Nederlands-Vlaams Bijbelgenootschap

Dag 37 | Zo veel verdriet

Bijbeltekst(en)

27Jezus zei tegen hen: ‘Jullie zullen allemaal ten val komen, want er staat geschreven: “Ik zal de herder doden, en de schapen zullen uiteengedreven worden.” 28Maar nadat Ik uit de dood ben opgewekt, zal Ik jullie voorgaan naar Galilea.’ 29Petrus zei tegen Hem: ‘Misschien zal iedereen ten val komen, maar ik niet!’ 30Jezus antwoordde: ‘Ik verzeker je: juist jij zult Me vannacht, nog voor de haan tweemaal gekraaid heeft, driemaal verloochenen.’ 31Maar Petrus hield met grote stelligheid vol: ‘Al zou ik met U moeten sterven, verloochenen zal ik U nooit.’ Alle anderen zeiden iets dergelijks.

Nachtwake en arrestatie

32Ze kwamen bij een plek die Getsemane heette, en Hij zei tegen zijn leerlingen: ‘Blijven jullie hier zitten, terwijl Ik ga bidden.’ 33Hij nam Petrus, Jakobus en Johannes met zich mee. Hij voelde zich onrustig en angstig worden 34en zei tegen hen: ‘Ik ben diepbedroefd, tot stervens toe. Blijf hier waken.’ 35Hij liep nog een stukje verder, liet zich toen op de grond vallen en bad dat dit uur zo mogelijk aan Hem voorbij mocht gaan. 36Hij zei: ‘Abba, Vader, voor U is alles mogelijk, neem deze beker van Mij weg. Maar laat niet gebeuren wat Ik wil, maar wat U wilt.’ 37Hij liep terug en zag dat zijn leerlingen lagen te slapen. Hij zei tegen Petrus: ‘Simon, slaap je? Kon je niet één uur waken? 38Blijf wakker en bid dat jullie niet in beproeving komen; de geest is wel gewillig, maar het lichaam is zwak.’ 39Weer ging Hij weg om te bidden, met dezelfde woorden als daarvoor. 40Toen Hij weer terugkwam, lagen ze opnieuw te slapen, want hun ogen vielen steeds dicht, en ze wisten niet wat ze Hem moesten antwoorden. 41Toen Hij voor de derde maal terugkwam, zei Hij tegen hen: ‘Liggen jullie daar nog steeds te slapen en te rusten? Het is genoeg. Het ogenblik is gekomen waarop de Mensenzoon wordt uitgeleverd aan de zondaars. 42Sta op, laten we gaan; kijk, hij die Mij uitlevert, is al vlakbij.’

43Nog voor Hij uitgesproken was, kwam Judas eraan, een van de twaalf, in gezelschap van een met zwaarden en knuppels bewapende bende, die door de hogepriesters, schriftgeleerden en oudsten was gestuurd. 44Judas, die Hem zou uitleveren, had met hen een teken afgesproken. Hij had gezegd: ‘Degene die ik kus, die is het. Neem Hem gevangen en voer Hem weg onder strenge bewaking.’ 45Toen hij eraan kwam, liep hij recht op Jezus af, zei: ‘Rabbi!’ en kuste Hem. 46Ze grepen Hem vast en namen Hem gevangen. 47Een van de omstanders trok een zwaard, haalde uit en sloeg de dienaar van de hogepriester een oor af. 48Jezus zei tegen hen: ‘U bent er met zwaarden en knuppels op uit getrokken om Mij te arresteren, alsof Ik een misdadiger ben! 49Dagelijks was Ik bij u in de tempel om onderricht te geven, en toen hebt u Me niet gevangengenomen; maar dit gebeurt omdat de Schriften in vervulling moeten gaan.’ 50Toen lieten allen Hem in de steek en vluchtten weg. 51Een jongeman, die alleen een linnen kleed aanhad, probeerde bij Hem te blijven, maar toen ook hij werd vastgegrepen, 52liet hij het kleed in hun handen achter en vluchtte naakt weg.

Marcus 14:27-52NBV21Open in de Bijbel

We zijn terug bij de Olijfberg. De intocht in Jeruzalem is nog maar kort geleden, maar het verschil met dat moment is groot. Geen gejuich meer, maar onrust en angst. Jezus wordt verlaten en verraden, in de steek gelaten. Het zal eindigen met zijn eenzame dood aan het kruis.

Ondanks zijn onrust en angst, ondanks zijn grote verdriet, bidt Jezus: ‘Abba, Vader, voor u is alles mogelijk. Houd toch dit zware lijden bij mij weg! Maar doe alleen wat u wilt, niet wat ik wil.’

Bid vandaag eens met de vraag wat God wil voor jouw leven. Is het moeilijk om los te laten wat je zelf wilt? En hoe kijk je met deze vraag in gedachten naar je leven nu?

Nederlands-Vlaams Bijbelgenootschapv.4.21.9
Volg ons