Nederlands-Vlaams Bijbelgenootschap

10 maart – Zeven is vrijheid

Bijbeltekst(en)

Marcus 8

Het tweede teken van de broden

1Toen er op een keer weer een grote menigte bijeen was, en ze niets meer te eten hadden, riep Hij de leerlingen bij zich en zei tegen hen: 2‘Ik heb medelijden met al die mensen, want ze zijn nu al drie dagen bij Me en hebben niets te eten. 3Als Ik hen met een lege maag naar huis stuur, raken ze onderweg uitgeput; sommigen zijn immers van ver gekomen.’ 4Zijn leerlingen antwoordden: ‘Maar hoe zou iemand hen hier, in deze verlatenheid, van genoeg brood kunnen voorzien?’ 5Hij vroeg hun: ‘Hoeveel broden hebben jullie?’ ‘Zeven,’ antwoordden ze. 6Hij zei tegen de mensen dat ze op de grond moesten gaan zitten; Hij nam de zeven broden, sprak het dankgebed uit, brak de broden en gaf ze aan de leerlingen om ze aan de mensen uit te delen, en dat deden ze. 7Ze hadden ook een paar kleine vissen bij zich; Hij sprak er het zegengebed over uit en zei dat ze ook de vissen moesten uitdelen. 8De mensen aten tot ze verzadigd waren; de leerlingen haalden op wat er van het eten overschoot: zeven manden vol. 9Er waren ongeveer vierduizend mensen. Toen stuurde Hij hen weg.

10Meteen daarna stapte Hij met zijn leerlingen in de boot en vertrok naar het gebied van Dalmanuta. 11Daar kwamen de farizeeën op Hem af, en ze begonnen met Hem te discussiëren. Om Hem op de proef te stellen, verlangden ze van Hem een teken uit de hemel. 12Jezus slaakte een diepe zucht en zei: ‘Waarom verlangt uw soort mensen een teken? Ik verzeker u: aan mensen als u zal zeker geen teken gegeven worden!’ 13En Hij liet hen staan, stapte weer in de boot en voer naar de overkant.

Marcus 8:1-13NBV21Open in de Bijbel

Zeven is in de Bijbel een getal dat ‘compleetheid’ betekent. Het geeft aan dat iets af is: het kan niet beter worden dan het is. Het getal is al belangrijk in de Bijbel vanaf het allereerste begin: de schepping wordt in zeven dagen beschreven (Genesis 1:1-2:4). En in Leviticus 25 wordt gesproken over het sabbatsjaar. Elk zevende jaar moest de grond rust krijgen, want dat jaar was bestemd voor God. En na zeven keer zeven jaar was er een extra bijzonder jaar: het jubeljaar. In dat jaar mochten slaven bijvoorbeeld teruggaan naar hun familie. En mensen hoefden hun schulden niet meer terug te betalen. Zo wil God ervoor zorgen dat de mensen en het land niet uitgeput raken. En zo kunnen mensen laten zien dat ze God willen eren.

Jezus geeft hier met zeven broden iedereen te eten. Zo laat Hij zien dat Hij er voor de hele wereld is. Iedereen mag meedoen! De vraag is alleen: herkennen de mensen zijn wonderen?

Nederlands-Vlaams Bijbelgenootschapv.4.25.3
Volg ons