Nederlands-Vlaams Bijbelgenootschap

Zaterdag 14 maart

Bijbeltekst(en)

34Denk niet dat Ik gekomen ben om op aarde vrede te brengen. Ik ben niet gekomen om vrede te brengen, maar het zwaard. 35Want Ik kom een wig drijven tussen een man en zijn vader, tussen een dochter en haar moeder en tussen een schoondochter en haar schoonmoeder; 36huisgenoten worden elkaars vijanden! 37Wie meer van zijn vader of moeder houdt dan van Mij, is Mij niet waard, en wie meer houdt van zijn zoon of dochter dan van Mij, is Mij niet waard. 38Wie niet zijn kruis op zich neemt en Mij volgt, is Mij niet waard. 39Wie zijn leven probeert te behouden zal het verliezen, maar wie zijn leven verliest omwille van Mij, die zal het behouden.

40Wie jullie ontvangt, ontvangt Mij, en wie Mij ontvangt, ontvangt Hem die Mij gezonden heeft. 41Wie een profeet ontvangt omdat het een profeet is, zal als een profeet beloond worden, en wie een rechtvaardige ontvangt omdat het een rechtvaardige is, zal als een rechtvaardige beloond worden. 42En wie een van deze geringe mensen een beker koel water te drinken geeft alleen omdat het een leerling van Mij is, Ik verzeker jullie: die zal zeker beloond worden.’

1Dit waren de instructies die Jezus aan de twaalf leerlingen gaf. Toen Hij zijn rede beëindigd had, vertrok Hij om zijn verkondiging voort te zetten en onderricht te geven in de steden.

Jezus en Johannes

2Toen Johannes in de gevangenis over het optreden van de messias hoorde, stuurde hij enkele van zijn leerlingen naar Hem toe 3met de vraag: ‘Bent U degene die komen zou of moeten we een ander verwachten?’ 4Jezus antwoordde: ‘Zeg tegen Johannes wat jullie horen en zien: 5blinden zien en verlamden lopen, mensen die onrein zijn door een huidziekte worden gereinigd en doven horen, doden worden opgewekt en aan armen wordt het goede nieuws bekendgemaakt. 6Gelukkig is degene die aan Mij geen aanstoot neemt.’

Matteüs 10:34-11:6NBV21Open in de Bijbel

Jezus doet er nog een schepje bovenop: hij brengt niet alleen verdeeldheid, maar zelfs het zwaard. Zijn boodschap zorgt voor vijandschap, niet alleen tussen mensen die toch al ver van elkaar af staan, maar zelfs binnen gezinnen. Met elke zin wordt duidelijker dat een radicale keuze gevraagd wordt, en dat die keuze grote gevolgen heeft. Je zou het er benauwd van krijgen! Maar dan, in zijn reactie op de vraag van Johannes, laat Jezus zien waarom hij ook alweer gekomen was. Met woorden die doen denken aan oude beloftes van de profeet Jesaja (Jesaja 29:18-19, 35:5-6 en 61:1) vat hij zijn werk samen: hij geneest mensen, zorgt dat ze weer bij de gemeenschap horen, en geeft hoop aan mensen die geen hoop meer hadden. Daar kun je toch geen aanstoot aan nemen? Sterker nog: daar wil je toch bij horen?

Vraag: Wat zegt u tegen mensen die aanstoot nemen aan de woorden van Jezus?

Nederlands-Vlaams Bijbelgenootschapv.4.21.9
Volg ons