Nederlands-Vlaams Bijbelgenootschap
Marije Vermaas

12. Dienen

Bijbeltekst(en)

13Ik heb jullie een land gegeven waarvoor jullie niets hebben hoeven te doen, steden die jullie niet hebben gebouwd en waarin jullie zomaar konden gaan wonen, wijngaarden en olijfbomen die jullie niet hebben geplant en waarvan jullie zomaar kunnen eten.

14Nu dan,’ vervolgde Jozua, ‘eerbiedig de HEER, dien Hem met onvoorwaardelijke trouw en doe de goden weg die uw voorouders ten oosten van de Eufraat en in Egypte hebben gediend. Dien alleen de HEER. 15Als u daar niet toe bereid bent, kies dan nu wie u wel wilt dienen: de goden van uw voorouders ten oosten van de Eufraat of de goden van de Amorieten, van wie u nu het land bewoont. Ikzelf en mijn familie zullen de HEER dienen.’

Jozua 24:13-15NBV21Open in de Bijbel

Jozua gaat bijna sterven en daarom houdt hij zijn afscheidsrede. Hij wijst erop dat God zijn volk steeds heeft geholpen, dat God hen een land gaf en voor hen zorgde. Hij stelt de Israëlieten voor een keuze: je kunt ervoor kiezen om God trouw te blijven, of om afgoden te vereren. Maar weet wel, zegt Jozua, ‘ik en mijn huis, wij zullen God dienen.’ Met zijn ‘huis’ bedoelde Jozua zijn familie, iedereen die bij hem hoorde. Jozua kijkt terug op zijn leven en weet het zeker: het dienen van God is het allerbelangrijkste.

Je ziet deze tekst weleens bij iemand in huis hangen. Mensen willen zichzelf eraan herinneringen dat zij God willen dienen. Zij willen tot eer van God leven en Hem navolgen.

Wat zou jij aan het einde van je leven aan je nabestaanden willen meegeven? En hoe dient jouw huis of jouw familie de Heer?

Nederlands-Vlaams Bijbelgenootschapv.4.21.9
Volg ons