Nederlands-Vlaams Bijbelgenootschap

2/10 - Ieder mens heeft redding nodig

Bijbeltekst(en)

20Zijn onzichtbare eigenschappen zijn vanaf de schepping van de wereld zichtbaar in zijn werken: zijn eeuwige kracht en goddelijkheid zijn voor het verstand waarneembaar. Er is dus niets waardoor zij te verontschuldigen zijn. 21Want hoewel ze God kennen, hebben ze Hem niet de eer en de dank gebracht die Hem toekomen. Hun overpeinzingen zijn volkomen zinloos en hun onverstandig hart is verduisterd. 22Terwijl ze beweren wijs te zijn, zijn ze dwaas geworden 23en hebben ze de majesteit van de onvergankelijke God ingewisseld voor beelden van vergankelijke mensen, vogels, lopende en kruipende dieren. 24Daarom heeft God hen uitgeleverd aan hun zedeloze begeerten, waardoor ze hun lichaam onteren. 25Ze hebben de waarheid over God ingewisseld voor de leugen; ze vereren en aanbidden het geschapene in plaats van de schepper, die moet worden geprezen tot in eeuwigheid. Amen. 26Daarom heeft God hen uitgeleverd aan onterende verlangens. De vrouwen hebben de natuurlijke omgang verruild voor de tegennatuurlijke, 27en ook de mannen hebben de natuurlijke omgang met vrouwen losgelaten en zijn in hartstocht voor elkaar ontbrand. Mannen plegen ontucht met mannen; zo ontvangen ze, door eigen toedoen, het verdiende loon voor hun dwaling. 28Omdat ze het beneden hun waardigheid achtten God te erkennen, heeft God hen uitgeleverd aan hun eigen onwaardige ideeën en doen ze wat verwerpelijk is. 29Ze zijn door en door onrechtvaardig en boosaardig, hebzuchtig en slecht. Ze zijn door en door afgunstig, moordzuchtig en twistziek, doortrapt en kwaadaardig. Ze roddelen 30en spreken kwaad, haten God, zijn hoogmoedig, arrogant en zelfingenomen. Ze zijn vindingrijk in het kwaad, tonen geen ontzag voor hun ouders, 31zijn kortzichtig en trouweloos, liefdeloos en onbarmhartig. 32En hoewel ze het vonnis van God kennen en weten dat mensen die dergelijke dingen doen de dood verdienen, doen ze dit alles toch. Sterker nog, ze juichen het zelfs toe dat anderen het ook doen.

1En u, wie u ook bent, met uw oordeel al klaar: u bent evenmin te verontschuldigen. Het oordeel dat u over anderen velt, velt u over uzelf, want de dingen die u veroordeelt doet u zelf ook. 2Wij weten dat God hen die dergelijke dingen doen terecht veroordeelt. 3Dacht u soms dat u, die zelf doet wat u in anderen veroordeelt, de straf van God kunt ontlopen?

Romeinen 1:20-2:3NBV21Open in de Bijbel

Paulus noemt een heel aantal dingen waaraan niet-Joden zich volgens de Joden schuldig maakten. In onze tijd zou je zo nog een heleboel dingen kunnen toevoegen waarvan we vinden dat anderen die verkeerd doen: roddelen, jezelf beter achten dan een ander, (ver)oordelen, (telefoon)verslavingen …

Sommige mensen gebruiken het lijstje van Paulus om elkaar de les te lezen. Maar uit het vervolg van de brief blijkt dat het Paulus er niet om gaat met een vinger te wijzen. In de brief zien we steeds dat hij de christenen oproept om elkaar niet te veroordelen, want iedereen doet verkeerde dingen (Romeinen 2:3).

Het rijtje met verkeerde dingen is dus bedoeld om uit te leggen dat niemand zonder fouten is. Het slechte is over de mens gaan heersen. Er staat drie keer (24, 26, 28): de mens is slaaf geworden van zijn slechte verlangens (BGT). Met andere woorden: de mens beheerst het kwade niet, nee, de mens wordt door de verkeerde dingen beheerst. Daarom hebben alle mensen Jezus Christus nodig!

Jezus is gekomen om vrijheid te brengen, zo zal Paulus keer op keer benadrukken in deze brief (zie bijvoorbeeld Romeinen 3:24, 8:32). Door zijn offer is er vrijheid gekomen, en komt Gods oordeel niet langer op ons neer. Dat oordeel is al geveld, en dat heeft Jezus gedragen.

Als we met deze blik naar anderen zouden kijken in plaats van hun de maat te nemen, hoe anders zou de wereld er dan uitzien! Wat wil jij vandaag doen om je oordeel over anderen los te laten?

Nederlands-Vlaams Bijbelgenootschapv.4.21.9
Volg ons