Nederlands-Vlaams Bijbelgenootschap

10/10 - Hoe het nieuwe leven er praktisch uitziet

Bijbeltekst(en)

5De een beschouwt bepaalde dagen als een feestdag, voor de ander zijn alle dagen gelijk. Laat iedereen zijn eigen overtuiging volgen. 6Wie een feestdag viert, doet dat om de Heer te eren; wie alles eet, doet dat om de Heer te eren, en hij dankt God voor zijn voedsel. Wie iets niet wil eten, laat het staan om de Heer te eren, en ook hij dankt God. 7Niemand van ons leeft voor zichzelf, en niemand van ons sterft voor zichzelf. 8Zolang wij leven, leven we voor de Heer; en wanneer wij sterven, sterven we voor de Heer. Dus of we nu leven of sterven, wij zijn van de Heer. 9Immers, Christus is gestorven en weer tot leven gekomen om te heersen over de doden en de levenden. 10Wie bent u dat u een oordeel velt over uw broeder of zuster? Wie bent u dat u neerziet op uw broeder of zuster? Wij allen zullen voor Gods rechterstoel komen te staan, 11want er staat geschreven: ‘Zo waar Ik leef – zegt de Heer –, voor Mij zal elke knie zich buigen, en elke tong zal God loven.’ 12Ieder van ons zal dus over zichzelf verantwoording tegenover God moeten afleggen.

13Laten we elkaar daarom niet langer veroordelen. In plaats daarvan moet u zich voornemen uw broeder en zuster niet te laten struikelen of ten val te brengen. 14De Heer Jezus geeft mij de vaste overtuiging dat niets op zichzelf onrein is; iets is alleen onrein voor wie het als onrein beschouwt. 15Als u dus uw broeder of zuster in verlegenheid brengt door wat u eet, handelt u niet langer overeenkomstig de liefde. Laat hen voor wie Christus gestorven is niet verloren gaan door het voedsel dat u eet. 16Breng het goede dat God u schenkt geen schade toe, 17want het koninkrijk van God is geen zaak van eten en drinken, maar van gerechtigheid, vrede en vreugde door de heilige Geest. 18Wie Christus zo dient, is God welgevallig en bij de mensen geacht. 19Laten we daarom streven naar wat de vrede bevordert en naar wat opbouwend is voor elkaar.

Romeinen 14:5-19NBV21Open in de Bijbel

In het laatste deel van de brief roept Paulus de christenen op om te gaan leven zoals dat past bij nieuwe mensen. Ze moeten blijven zoeken naar eenheid. En ze moeten elkaar in het geloof steunen. Hoe ziet het nieuwe leven volgens de Geest er dan concreet uit? Met andere woorden: aan welke regels moet je je allemaal houden? Daar zegt Paulus niet zoveel over. Wél geeft hij een aantal belangrijke richtlijnen mee.

De christenen in Rome maakten zich druk over het naleven van bepaalde Joodse regels. Er ontstond geruzie over vragen rondom rein en onrein eten en het vieren van bepaalde heilige dagen. Maar Paulus zegt: al die dingen zijn ondergeschikt aan wat Jezus voor ons heeft gedaan. Het gaat niet meer zozeer om alles wat je doet, maar om wat je gelooft. Met Jezus ben je gestorven voor de wet, en voor je eigen verlangens. Een gelovige leeft niet meer voor zichzelf. ‘Doe daarom alles wat je doet ter ere van God,’ zegt Paulus.

In Gods nieuwe wereld gaat het erom dat we goed zijn voor elkaar en in vrede met elkaar leven (14:17). Maak het elkaar dus niet te moeilijk door elkaar regels op te leggen of elkaar te veroordelen (14:13). Juist door anderen regels op te leggen breng je hun geloof in gevaar (14:15). Laat je dus leiden door Gods Geest, in plaats van door regels. Dat maakt de christenen één, wat hun achtergrond ook is. Het gaat er niet meer om wat je allemaal doet, maar dat je God dient in alles wat je doet. Rekening houden met elkaar en dienstbaar zijn aan de ander: als je dat doet, hoef je je volgens Paulus niet langer druk te maken over allerlei details.

Welke kerkelijke regels ken jij allemaal? Dienen zij om het geloof (van anderen) in Jezus te versterken? Hoe zouden de woorden van Paulus vrijheid kunnen brengen (vers 16)?

Nederlands-Vlaams Bijbelgenootschapv.4.21.9
Volg ons