Nederlands-Vlaams Bijbelgenootschap

Ontvangen en uitdelen

Bijbeltekst(en)

Romeinen 12

Leef volgens de wil van God

1Broeders en zusters, met een beroep op Gods barmhartigheid vraag ik u om uzelf als een levend, heilig en God welgevallig offer in zijn dienst te stellen. Dat is de ware eredienst die van u wordt gevraagd. 2U moet uzelf niet aanpassen aan deze wereld, maar u veranderen door uw gezindheid te vernieuwen, om zo te ontdekken wat God wil en wat goed, volmaakt en Hem welgevallig is.

3Met een beroep op de genade die mij geschonken is, zeg ik u allen dat u zichzelf niet hoger moet aanslaan dan u kunt verantwoorden. U moet verstandig over uzelf denken, in overeenstemming met het geloof, de maatstaf die God ieder van u geschonken heeft. 4Zoals ons ene lichaam vele delen heeft en die delen niet allemaal dezelfde functie hebben, 5zo zijn we samen één lichaam in Christus en zijn we, ieder apart, elkaars lichaamsdelen. 6We hebben verschillende gaven, onderscheiden naar de genade die ons geschonken is. Wie de gave heeft te profeteren, moet die in overeenstemming met het geloof gebruiken. 7Wie de gave heeft bijstand te verlenen, moet bijstand verlenen. Wie de gave heeft te onderwijzen, moet onderwijzen. 8Wie de gave heeft te troosten, moet troosten. Wie uitdeelt, moet dat zonder bijbedoeling doen. Wie leiding geeft, moet dat doen met volle inzet. Wie barmhartig is, moet daarin blijmoedig zijn.

Romeinen 12:1-8NBV21Open in de Bijbel

Door Wim Moehn

Ooit dacht hij dat hij het goede leven gevonden had. Hoog te paard haastte hij zich naar Damascus om zelfs daar de volgelingen van Jezus te arresteren. Maar op die weg gebeurt iets dat een ander mens van hem maakt: een ontmoeting met Christus zelf.

Paulus weet waarover hij het heeft wanneer hij het advies geeft: sla jezelf niet te hoog aan. De HEER heeft hem genade bewezen. Een mens toegevoegd aan de gemeente van Jezus. Een mens die een heel andere kijk gekregen heeft op het leven en wat het leven tot een goed leven maakt.

In zijn brief aan de Romeinen schrijft Paulus dat we samen één lichaam zijn in Christus en ieder apart elkaars lichaamsdelen. Woorden die mijlenver afstaan van de doorsnee visie op goed leven: individuele vrijheid, expressie en ontplooiing. In plaats daarvan weerbarstige woorden. Je bent geen los zand. Gaan geloven leidt tot ontmoetingen – de ontmoeting van je leven met Jezus, maar ook ontmoetingen met anderen. Je wordt elkaars handen en voeten. In plaats van ik-gericht zijn, nu elkaar dienen met de gaven die we gekregen hebben. We zouden hier ook kunnen lezen: ‘we hebben verschillende cadeaus al naar gelang God ons in gunst heeft willen geven.’

Zeven cadeaus worden uitgepakt. Het is niet meer dan een mooie greep uit de vele gaven die de HEER in petto heeft voor wie bij Hem gaan horen en toegevoegd worden aan zijn lichaam. De een heeft de gave om te troosten, een ander om leiding te geven en weer een ander om te helpen. Het mooie is dat ik in mijn eentje niet alles zelf moet kunnen of doen. Samen met anderen mag ik uitdelen én ontvangen.

Hoe sta ik zelf in het leven? Draait alles om mijn persoonlijke groei en targets óf durf ik het aan mijn geschenk te delen – dichtbij in de gemeente, maar ook in deze wereld?

 

Over de auteur

Wim Moehn is bijzonder hoogleraar Geschiedenis van het gereformeerd protestantisme vanwege de Gereformeerde Bond in de Protestantse Kerk in Nederland aan de PThU, vestiging Amsterdam en predikant van de Grote Kerk in Hilversum

Nederlands-Vlaams Bijbelgenootschapv.4.26.9
Volg ons