Nederlands-Vlaams Bijbelgenootschap

Heldhaftig, vastberaden en standvastig

Bijbeltekst(en)

Jozua 1

Opdracht van de HEER aan Jozua

1Na de dood van Mozes, de dienaar van de HEER, zei de HEER tegen Jozua, de zoon van Nun en de rechterhand van Mozes: 2‘Nu mijn dienaar Mozes is gestorven, moet jij je gereedmaken om met heel dit volk de Jordaan over te trekken en het land binnen te gaan dat Ik het volk van Israël zal geven. 3Elk stuk grond dat jullie zullen betreden geef Ik jullie, zoals Ik Mozes heb beloofd. 4Jullie gebied zal zich uitstrekken van de woestijn tot aan de Libanon, en van de grote rivier, de Eufraat, met het land van de Hethieten, tot aan de Grote Zee in het westen. 5Zolang je leeft zal niemand tegen je kunnen standhouden. Zoals Ik Mozes heb bijgestaan, zo zal Ik ook jou bijstaan. Ik zal niet van je zijde wijken en je niet verlaten. 6Wees vastberaden en standvastig, want onder jouw leiding zal dit volk het land verkrijgen dat Ik hun voorouders onder ede heb beloofd. 7En houd je vóór alles vastberaden en standvastig aan de wet waarin mijn dienaar Mozes je heeft onderwezen. Wijk daar op geen enkele manier van af, opdat je in alles wat je doet zult slagen. 8Leg dat wetboek geen moment terzijde en verdiep je er dag en nacht in, opdat je je aan alles houdt wat erin geschreven staat. Dan zal alles wat je onderneemt voorspoedig verlopen. 9Ik gebied je dus: wees vastberaden en standvastig, laat je door niets weerhouden of ontmoedigen, want waar je ook gaat, de HEER, je God, staat je bij.’

Jozua 1:1-9NBV21Open in de Bijbel

Door Rob Visser

Heldhaftig, vastberaden en standvastig

Deze begrippen, gekoppeld aan de drie kruisen die Amsterdam in haar wapen draagt, gebruikte koningin Wilhelmina na de oorlog om het stoere karakter van de Amsterdammers ten tijde van de Tweede Wereldoorlog te benoemen.

Zij dacht daarbij in het bijzonder aan de Februaristaking, waaraan het standbeeld van de dokwerker vlak bij de joodse synagoge herinnert.

Aan deze woorden moet ik denken wanneer ik het eerste hoofdstuk van het boek Jozua lees. De opvolger van Mozes staat voor een enorme klus. Fijn, dat God een belofte heeft gedaan: een land van melk en honing. Maar God is geen Sint Nicolaas, die zoete pepernoten rondstrooit. Als God de mens iets belooft, dient de mens ook in de benen te komen.

En daar komt het nodige bij kijken. Daarom blijft God er maar op hameren. ‘Vastberaden en standvastig.’ Tot vier maal toe kunnen we die woorden lezen in het eerste hoofdstuk. Dat is niet voor niets. Iedere reclamedeskundige weet dat. Als je een product aan de man wilt brengen dan moet je het oeverloos vaak herhalen. Zo wordt het ons ingepeperd een bepaald product toch echt te kopen. Het is de herhaling, waardoor het in ons brein wordt ingeslepen.

En dus blijven die woorden klinken, ‘vastberaden en standvastig’, zodat het volk zich niet laat ontmoedigen bij de eerste de beste tegenslag.

En is dat ook niet wat wij nodig hebben, zo kort na Pasen? De Heer is opgestaan. Er is hoop. Er is uitzicht. We kunnen er weer tegen. We hebben een belofte. Maar corona is nog onder ons. Nog niet alle mensen zijn gevaccineerd. We zijn er nog niet. En welke varianten en mutaties komen er nog? Moeten we leren leven met de aangekondigde endemie?

Dan gelden de woorden die God aan Jozua richt ook voor ons. God gunt ons een goed leven, maar dan zullen we met elkaar en voor elkaar moeten opstaan. Staan voor de zaak. Niet moe worden en opgeven.
We strijden de goede strijd en vergeten niet het harnas van geloof en liefde en de helm van de hoop.

Welke situatie vraag veel vastberadenheid en standvastigheid van je? Hoe kan deze tekst je hierbij helpen?

 

Over de auteur

Rob Visser is predikant-emeritus, begeleider van pioniersplekken, voormalig stadsdominee van Amsterdam

Nederlands-Vlaams Bijbelgenootschapv.4.25.3
Volg ons