Nederlands-Vlaams Bijbelgenootschap

Nalatenschap

Bijbeltekst(en)

15Broeders en zusters, zoals algemeen bekend, is een testament rechtsgeldig als het door een mens bekrachtigd is; niemand kan het ongeldig verklaren of er iets aan toevoegen. 16Net zo gaf God zijn beloften aan Abraham en zijn nakomeling. Let wel, er staat niet ‘nakomelingen’, alsof het velen betreft, maar het gaat er om één: ‘je nakomeling’ – en dat is Christus. 17Ik bedoel dit: de wet, die vierhonderddertig jaar na de belofte is gekomen, maakt het testament dat door God bekrachtigd is niet ongeldig. De wet kan de belofte niet ontkrachten. 18Immers, als de erfenis afhankelijk zou zijn van de wet, zou ze niet afhankelijk zijn van de belofte, maar het is nu juist door zijn belofte dat God zijn genade aan Abraham heeft geschonken.

19Waarom dan toch de wet? De wet is later toegevoegd om onze overtredingen aan het licht te brengen, tot de komst van de nakomeling aan wie de belofte was gedaan, en werd door engelen uitgevaardigd bij monde van een bemiddelaar. 20Maar bemiddeling is niet nodig wanneer er maar één is die handelt, en God is één. 21Is de wet daarom in strijd met Gods beloften? Absoluut niet. Als er een wet gegeven was die leven kon brengen, dan zouden we inderdaad rechtvaardig verklaard kunnen worden op grond van de wet. 22Maar de Schrift heeft alles in de macht van de zonde gelegd, zodat de belofte kon worden gegeven op grond van geloof in Jezus Christus, aan wie op Hem vertrouwen. 23Voordat dit geloof kwam, werden we door de wet bewaakt; we leefden in gevangenschap tot het geloof geopenbaard zou worden. 24Kortom, de wet hield ons onder toezicht totdat Christus kwam, opdat we rechtvaardig verklaard zouden worden op grond van geloof. 25Maar nu het geloof gekomen is, staan we niet langer onder toezicht, 26want door dit geloof bent u allen kinderen van God, in Christus Jezus. 27U allen die door de doop één met Christus bent geworden, hebt u met Christus omkleed. 28Er zijn geen Joden of Grieken meer, slaven of vrijen, mannen of vrouwen – u bent allen één in Christus Jezus. 29En omdat u Christus toebehoort, bent u nakomelingen van Abraham, erfgenamen volgens de belofte.

Galaten 3:15-29NBV21Open in de Bijbel

Door het geloof in Jezus word je een kind van God. Misschien heb je dit al vaak gehoord. Maar laat dit eens (opnieuw) tot je doordingen. De heilige, machtige God van Israël is door het offer van zijn Zoon Jezus onze Vader worden! Alle gelovigen, niet-Joden en Joden, mannen en vrouwen, zijn zijn kinderen. Wij allen ontvangen het recht hierdoor kinderen van God te zijn door te geloven in wat Jezus voor ons heeft gedaan. Wat een groots geschenk!  

Vind jij het fijn om God je Vader te noemen? Waarom wel of niet?

Nederlands-Vlaams Bijbelgenootschapv.4.21.9
Volg ons