Nederlands-Vlaams Bijbelgenootschap

Over de Samenleesbijbel

1. WAT IS DE SAMENLEESBIJBEL?

De Samenleesbijbel is de Bijbel in Gewone Taal, aangevuld met ruim 500 pagina’s extra materiaal voor kinderen van 8 tot 12 jaar. Gespreksvragen, weetjes, doe-opdrachten, illustraties en liedjes brengen bekende en minder bekende verhalen dichtbij. De Samenleesbijbel helpt kinderen en hun (groot)ouders om de Bijbel te lezen en erover in gesprek te gaan.

2. VOOR WIE IS DE SAMENLEESBIJBEL?

De Samenleesbijbel is voor kinderen van 8 tot 12 jaar en hun (groot)ouders. Veel ouders  willen graag Bijbellezen met hun kinderen, maar weten niet welke verhalen geschikt zijn, en hoe ze op een goede manier met de kinderen over de tekst kunnen praten. De Samenleesbijbel is ervoor gemaakt om hen hierbij te helpen. In de Samenleesbijbel staan het Bijbelverhaal en het kind centraal. De vragen, weetjes en opdrachten zijn open geformuleerd. Zo kunnen kinderen en hun (groot)ouders zelf ontdekken wat de kern van het verhaal is, en wat het verhaal voor hen betekent.

3. HOE WERKT DE SAMENLEESBIJBEL?

425 Bijbelgedeeltes
Er zijn 425 Bijbelgedeeltes uit de Bijbel in Gewone Taal uitgekozen waar extra materiaal bij ontwikkeld is. De gekozen verhalen en tekstpassages zijn divers: de routes volgen zowel bekende verhalen (zoals de verhalen van Abraham, Jona en Jezus), als minder bekende verhalen (bijvoorbeeld uit Jesaja en Openbaring).

Er is niet gekozen voor losse verhalen, maar verhalen worden in hun context gelezen. Je leest dus een aantal keer over Mozes, en een aantal keer over Jozef. Op die manier duiken kinderen echt in het Bijbelverhaal, en krijgen ze ook meer Bijbelkennis.

Een stap
Elke Bijbelpassage met extra materiaal noemen we een ‘stap’. Het extra materiaal bestaat uit:

  • Weetjes met achtergrondinformatie. Hier krijg je meer informatie bij de Bijbeltekst.
  • Vragen om samen over te praten. Deze vragen helpen om na te denken en te praten over de Bijbel.
  • Iets om te doen. Dit zijn opdrachten zoals een spelletje, een knutselopdracht, een proefje of een gebed.
  • Landkaartenfoto’s of tekeningen. Die verhelderen of illustreren de verhalen.
  • Liedjes. Je kunt de liedjes beluisteren op de bijgevoegde cd, of zelf zingen.

Vaak horen meer stappen bij elkaar, omdat ze gaan over hetzelfde thema of dezelfde Bijbelse persoon. Zo begint de eerste route met acht stappen over Abraham.

Drie routes
Er zijn drie verschillende routes, van respectievelijk 50, 125 en 250 stappen. Afhankelijk van het niveau van het kind kun je kiezen welke route je volgt. Route 1 biedt vooral bekende verhalen aan. Route 2 is langer en er staan meer verhalen in. Route 3 bevat uitdagender materiaal en minder bekende Bijbelverhalen en genres dan de eerste twee routes.

Themapagina’s
Door de SamenleesBijbel heen staan 32 themapagina’s. Op deze pagina’s vind je meer informatie over de tijd van de Bijbel, en over hoe je thuis met elkaar vorm kunt geven aan geloven. Voorbeelden van thema’s: ‘Tenten en huizen’, ‘Muziek’, ‘Dopen’ en ‘Kerst’. Ook staan er aan het begin van het Oude en van het Nieuwe Testament grote, verhelderende kaarten van de Bijbelse landen en hun omgeving.

Liedjes
Er zijn ook veertig nieuwe liedjes gemaakt. Die kun je samen zingen of beluisteren als je een stap behandelt, maar natuurlijk ook op ieder ander moment. De bladmuziek staat achter in de SamenleesBijbel. En bij de SamenleesBijbel zit een cd waar alle liedjes op staan.

4. IS DE SAMENLEESBIJBEL DE HELE Bijbel?

Ja, de SamenleesBijbel bevat de complete tekst van de Bijbel in Gewone Taal, met veel extra materiaal. Deze vertaling is bijzonder geschikt voor de SamenleesBijbel. De Bijbel in Gewone Taaluit 2014 is voor iedereen die behoefte heeft aan een duidelijke Bijbel. Hij is dus ook heel geschikt om gelezen te worden door kinderen, of samen met kinderen. Kijk voor meer informatie op deBijbel.nl/bgt

5. DOOR WIE IS DE SAMENLEESBIJBEL GEMAAKT?

De Samenleesbijbel is bedacht en gemaakt door het Nederlands-Vlaams Bijbelgenootschap. Hier werken theologen en pedagogen die veel kennis hebben van de Bijbelse verhalen, en van kinderen en hun leervoorkeuren. Zij ontwikkelden de stappen en het extra materiaal. Medewerkers van JOP, Jeugdorganisatie van de Protestantse Kerk in Nederland, hebben daarna meegelezen en meegedacht. Uitgever Royal Jongbloed was verantwoordelijk voor het realiseren van de Samenleesbijbel.

6. KAN DE SAMENLEESBIJBEL OOK OP SCHOOL OF IN DE KERK GEBRUIKT WORDEN?

De Samenleesbijbel is in eerste instantie bedoeld voor een thuissituatie. De vragen zijn gemaakt om in een gezin te bespreken. Vaak wordt er iets gezegd over ‘broertjes of zusjes’, of over ‘je vader, moeder, opa of oma’. Maar het materiaal kan uiteraard breder gebruikt worden. Ook voor de opdrachten geldt dat ze uitgaan van een gezinssituatie. Maar vaak, of met een kleine aanpassing, zijn ze ook te gebruiken voor een grotere groep.

De Samenleesbijbel is dus gemaakt voor kinderen, waarbij we zijn uitgegaan van een thuissituatie. Maar er zit veel materiaal in dat ook geschikt is voor de kindernevendienst of voor school. We kunnen ons goed voorstellen dat veel scholen en kerken deze Bijbel ook gaan gebruiken.

7. WAT DOET DE SAMENLEESBIJBEL MET MOEILIJKE VERHALEN?

In de Samenleesbijbel staan ook moeilijke verhalen, bijvoorbeeld verhalen waarin veel geweld voorkomt. Die hebben we niet vermeden, want ook zulke verhalen staan in de Bijbel. Maar steeds is er gezocht naar de kern van het verhaal: Wat vertelt dit verhaal ons? Wat leerde dit verhaal aan de hoorders van toen, en wat leert het verhaal nu aan ons? Door middel van weetjes, vragen en opdrachten wordt altijd geprobeerd om het verhaal toegankelijk te maken. Dat een verhaal moeilijk is, wordt dan ook benoemd. Met al dit materiaal kunnen kinderen zelf ontdekken wat deze verhalen hun nu te zeggen hebben.

Bij de opbouw van de routes is rekening gehouden met de moeilijkheid van sommige verhalen. Een goed voorbeeld is het verhaal van Noach. Dat is een bekend en geliefd verhaal bij kinderen, maar het is ook een moeilijk verhaal. Daarom staat dit verhaal pas in Route 3.

Nederlands-Vlaams Bijbelgenootschapv.4.23.1
Volg ons