1Een lied van David. Voor de zangleider. Bij dit lied wordt op een harp gespeeld.
2David maakte dit lied toen de inwoners van de stad Zif hem verraden hadden. Want ze hadden aan koning Saul verteld dat David zich bij hen verstopt had.
3Red mij, God!
U bent machtig, help mij!
4God, hoor mijn gebed,
luister naar mijn woorden.
5Want vijanden vallen mij aan,
met geweld proberen ze mij te doden.
En aan u denken ze niet.
6God, u zult mij helpen.
Heer, u geeft mij kracht.
7Laat mij nu niet in de steek!
Straf mijn tegenstanders en vernietig ze.
8Dan zal ik u een offer brengen.
Dan zal ik u danken, Heer,
want u bent goed.
9U zult mij bevrijden uit alle gevaar,
u zult mijn vijanden verslaan.
Je browser ondersteunt geen HTML5 audio.