Nederlands-Vlaams Bijbelgenootschap

Inleiding 1 en 2 Samuel

Wat is het verhaal achter de tekst?

Van rechters naar koningen

De boeken 1 en 2 Samuel vertellen hoe het volk Israël van een aantal losse stammen een koninkrijk wordt. De boeken zijn deel van een groot geschiedeniswerk: Jozua, Rechters, 1 en 2 Samuel, en 1 en 2 Koningen. Samen vertellen deze boeken het verhaal van het volk Israël, vanaf de intocht in het land Kanaän tot aan de ballingschap in Babylonië.

1 en 2 Samuel vormen het derde hoofdstuk van dat lange verhaal. Nadat de Israëlieten het land Kanaän veroverd hebben (het boek Jozua), en het land steeds weer tegen hun vijanden verdedigd hebben (Rechters), willen ze meer zekerheid. De mensen denken dat een koning voor meer eenheid tussen de verschillende stammen zal zorgen. Ze hopen dat het met een koning makkelijker wordt om hun vijanden te verslaan.

Maar 1 Samuel noemt ook nog een andere reden waarom de mensen een koning willen: ze vinden het moeilijk om op God te vertrouwen. Ze hebben liever een koning die je ook kunt zien, net zoals de koningen van andere volken (1 Samuel 8).

Hoe zijn de boeken ontstaan?

Het grote geschiedeniswerk waar 1 en 2 Samuel bij horen, is niet in één keer opgeschreven. Verschillende schrijvers schreven teksten die samen een steeds langer verhaal werden. Dat gebeurde waarschijnlijk in Jeruzalem, misschien aan het hof van de koning. De laatste teksten zijn geschreven nadat een groot deel van het volk door de Babyloniërs was weggevoerd. In het Hebreeuws vormen 1 en 2 Samuel één boek. In de Griekse vertaling zijn daar twee boeken van gemaakt. Het eerste deel (1 Samuel) eindigt met de dood van Saul, de eerste koning van Israël. Het tweede deel (2 Samuel) vertelt over koning David.
1 en 2 Samuel inleiding

Wat zijn de thema’s in deze boeken?

God leidt de geschiedenis

Gods leiding is een belangrijk thema in de boeken 1 en 2 Samuel. Soms spreekt hij direct tot een profeet. Die profeet kan dan aan het volk of aan de koning laten weten wat God gezegd heeft. Maar God spreekt ook door bepaalde gebeurtenissen. Dat David het steeds wint van zijn vijanden – vooral van Saul – is een teken dat God hem als koning wil. God laat het ook merken als hij niet blij is met wat iemand doet: omdat Saul liever naar het volk luistert dan naar hem, mag hij niet langer koning zijn. En Absalom sterft op een vreselijke manier omdat hij koning wil worden in plaats van David (2 Samuel 18:9-17).

Wie moet koning worden?

In 1 en 2 Samuel lees je over grote ruzies: tussen Samuel en Saul, tussen Saul en David, en tussen David en Absalom. Steeds gaat het om de vraag wie geschikt is om koning van Israël te zijn. Volgens de schrijvers van deze bijbelboeken kun je die vraag op twee manieren beantwoorden. Ten eerste kun je kijken naar wat mensen belangrijk vinden. Een koning moet de vijanden van Israël kunnen verslaan, en hij moet luisteren naar wat het volk wil (bijvoorbeeld 2 Samuel 15:1-6). Ten tweede kun je kijken naar wat God belangrijk vindt. Dan gaat het vooral om de vraag of iemand naar hem en zijn profeten wil luisteren.

Het wordt steeds duidelijker dat God David en zijn zonen heeft uitgekozen om over Israël te heersen. David is niet perfect. Maar hij is wel bereid om zich door God te laten leiden, en dat is volgens de schrijvers van 1 en 2 Samuel het belangrijkste.

Hoe kun je dit boek lezen?

Gewone mensen

Net zoals in andere geschiedenisboeken lees je in 1 en 2 Samuel vooral over belangrijke gebeurtenissen en personen: oorlog en vrede, rechters en koningen… Maar de schrijvers vertellen wel op een bijzondere manier over hun hoofdpersonen. Ze laten zien dat leiders zoals Saul en David heel gewone mensen zijn, totdat God hen uitkiest om zijn volk te leiden. En ze vertellen niet alleen over hun moedige en grote daden, maar ook over hun twijfels en minder mooie momenten. Als lezer kun je steeds lezen hoe de koningen met die twijfels en angsten omgaan, en hoe God daar dan op reageert.

Nederlands-Vlaams Bijbelgenootschapv.4.24.4
Volg ons