Word wakker!


Sommige Bijbellezers denken dat het boek Openbaring is geschreven in een tijd waarin gelovigen werden vervolgd. Nu is het inderdaad zo dat de schrijver, Johannes, op het eiland Patmos is, waarschijnlijk als balling. En in de gemeente Pergamum is iemand om zijn geloof gedood: Antipas heette hij (2:12). Elke martelaar is er natuurlijk een teveel, maar dat het er één is, wijst nog niet op een situatie van zware vervolging.
De gemeente waaraan Johannes schrijft in Openbaring 3:1-6 wordt zeker niet vervolgd. Ze hebben het daar in Sardes zelfs zo goed dat ze in slaap gevallen zijn. Tot tweemaal toe spreekt Johannes hen daarop aan: ‘Word wakker’ (vers 2) en ‘als u niet wakker wordt …’ (vers 3). En ook de beschuldiging dat de gemeente dood is (vers 1) wijst in dezelfde richting. Het geestelijk leven in Sardes is niet wat de Heer Jezus verwacht.
Onvoldoende waakzaam
De oproep om wakker te worden herinnert de mensen in Sardes aan hun geschiedenis
De christelijke gemeente van Sardes moet zich realiseren dat ze de boodschap van het evangelie wel hebben ontvangen en begrepen, maar dat is lang geleden. Nu moeten ze haar vasthouden en tot inkeer komen (vers 3). Net zoals de stad heeft de gemeente blijkbaar haar beste tijd gehad. Maar er is hoop op herstel als de mensen Jezus weer centraal stellen.
Ongewassen
Johannes gebruikt nog een beeld dat aansluit bij de situatie van de stad, dat van kledingindustrie en het wassen van kleren. Daarom stond Sardes bekend. Maar met een verwijzing naar Jesaja 64:5 zegt Johannes dat de kleding van de meeste gemeenteleden smerig is. Tegelijk verbindt hij hieraan een belofte: ‘wie overwint’ zal schone, witte kleren ontvangen. Een optocht in witte kleding doet denken aan de triomftocht van een Romeinse keizer, maar ook aan de terugkeer van Jezus Christus als overwinnaar met zijn hemelse legermacht (Openbaring 19:11-14). Wie wil er dan niet meelopen, in stralend witte kleren?
Overwinnen
Wat is dat overwinnen waarover Johannes schrijft? Als het over gelovigen gaat, verwijst het in Openbaring nooit naar oorlog. Overwinnen als gelovige is: trouw zijn aan Jezus, desnoods tot de dood. Je denken en doen niet laten bepalen door de maatschappij om je heen. Niet door het Romeinse Rijk, niet door de westerse cultuur van de eenentwintigste eeuw. Dan blijft je naam staan in ‘het boek van het leven’, dat in het Oude Testament al vaak werd genoemd (Exodus 32:32-33; Psalm 69:29; Jesaja 4:3; Daniël 7:10, 12:1 en Maleachi 3:16). Dit boek is in letterlijke zin de lijst van inwoners van een stad of gebied; in geestelijke zin de lijst van burgers van het hemelse Jeruzalem dat wij op aarde verwachten.
Johannes schrijft dat slechts weinigen in Sardes schone kleren hebben; veel namen worden geschrapt uit het boek van het leven. Zijn woordkeus suggereert dat het vijf voor twaalf is. De kleine groep die nog trouw is, kan het niet lang alleen volhouden. Maar het briefje eindigt positief: zolang er leven is, is er hoop. Voor Sardes en voor ons.
Dr. Pieter J. Lalleman