Nederlands-Vlaams Bijbelgenootschap
23 juni 2025Pieter J. Lalleman

Terug naar de leeuw en het lam

In een vorige blog zagen we dat het visioen in Openbaring 5 ons vertelt dat de geschiedenis in handen van de Heer Jezus ligt. Deze keer kom ik terug op Openbaring 5, omdat we daar nog iets belangrijks lezen. Laten we eens kijken naar hoe Jezus wordt genoemd.

5Toen zei een van de oudsten tegen mij: ‘Huil niet. Want de leeuw uit de stam Juda, de telg van David, heeft de overwinning behaald, en daarom mag Hij de boekrol met de zeven zegels openen.’ 6Toen zag ik midden voor de troon een lam staan, tussen de vier wezens en de oudsten. Het zag eruit als een lam dat geslacht was en het had zeven hoorns en zeven ogen; dat zijn de zeven geesten van God, die over de hele wereld zijn uitgestuurd. 7Het lam ging naar degene die op de troon zat en ontving de boekrol uit zijn rechterhand. 8Op hetzelfde moment wierpen de vier wezens en de vierentwintig oudsten zich voor het lam neer. Ieder van hen had een lier en een gouden schaal vol wierook; dat zijn de gebeden van de heiligen. 9En ze zetten een nieuw lied in:

‘U verdient het om de boekrol te ontvangen en zijn zegels te verbreken. Want U bent geslacht en met uw bloed hebt U voor God mensen gekocht uit alle landen en volken, van elke stam en taal. 10U hebt voor onze God uit hen een koninkrijk gevormd en hen tot priesters gemaakt. Zij zullen als koningen heersen op aarde.’

11Daarna hoorde ik het geluid van een groot aantal engelen rondom de troon, de wezens en de oudsten; het waren er oneindig veel, tienduizend maal tienduizenden, duizend maal duizenden. 12Met luide stem riepen ze: ‘Het lam dat geslacht is, komt alle macht, rijkdom en wijsheid toe, en alle kracht, eer, lof en dank.’ 13Elk schepsel in de hemel, op aarde, onder de aarde en in de zee, alles en iedereen hoorde ik zeggen: ‘Aan Hem die op de troon zit en aan het lam komen de dank, de eer, de lof en de macht toe, tot in eeuwigheid.’ 14De vier wezens antwoordden: ‘Amen,’ en de oudsten wierpen zich in aanbidding neer.

Openbaring 5:5-14NBV21Open in de Bijbel

Johannes begint met Hem aan te kondigen als de leeuw uit de stam van Juda (vers 5). Dit betekent dat onze Heer de kenmerken van een leeuw heeft: koninklijk, sterk, indrukwekkend, angstaanjagend voor zijn vijanden. Maar het verrassende is dat Hij vervolgens op het hemelse toneel verschijnt als een lam – ongeveer het tegendeel van een leeuw. Bij een lam denken we meestal aan klein, zwak, weerloos en aaibaar.

Offerlam

In de Bijbel roept een lam ook nog andere gedachten op. Denk maar aan het pesachfeest, waarop een lam moest worden geslacht en gegeten. Kijk maar eens naar Exodus 12. De associaties die het lam daar oproept zijn zonde, schuld, vergeving en bevrijding. De Joden vierden voortaan zo het pesachfeest (en nog altijd); ook Jezus had dit gedaan met zijn leerlingen (Lucas 22:1-20). Toen had Hij al een verband gelegd tussen het lam en zichzelf. Dezelfde gedachte vinden we in het vierde evangelie, waar Jezus ‘het lam van God, dat de zonde van de wereld wegneemt’ wordt genoemd (1:29). Daar zit ook een toespeling op Jesaja 53 in, net als hier in Openbaring 5:9.

Twee beelden van Jezus

Op het eerste gezicht is dit een vreemde combinatie. Jezus, de leeuw als lam. Jezus, het lam als leeuw. Beide beelden (want het blijven beelden) zijn Bijbels maar wel contrasterend. Beide zijn waar. We zouden kunnen zeggen: Jezus is oorspronkelijk leeuw, maar Hij vernederde zich tot lam. In kerkelijke woorden: de Zoon van God werd mens en stierf aan de zonden van de wereld.

In Openbaring 5 zijn deze gedachten aanleiding tot een uitvoerige lofzang. De hemelse cantorij of worshipband trekt alle registers open (verzen 8 tot 14). Zo ontvangt Jezus aanbidding in de hemel – en verdient die ook op aarde.

Wie is Jezus?

Maar hoe gaan wij met deze combinatie van beelden om? Wie is Jezus nu echt? Sommigen van ons zijn gewend om de Heer Jezus te zien als de machtige, sterke leeuw. Ze kunnen dat instinctief doen of als een bewuste keuze. Ze zien Jezus vooral als de Zoon van God, de Schepper en Heerser over het universum. Anderen benadrukken juist dat Jezus is zoals wij, een van ons: kwetsbaar, invoelend, dichtbij. Hij leefde op aarde als een gewoon mens en stierf aan het kruis. Ook deze keuze kan gevoelsmatig of rationeel zijn.

Het spannende is dat beide aspecten natuurlijk waar zijn. We kunnen het een zeggen zonder het andere te ontkennen. Ik denk wel dat we steeds in gedachten moeten houden dat het slechts aspecten zijn van wie de Heer werkelijk is. We doen er goed aan om ze in evenwicht te houden: Jezus is Leeuw en Lam. Hij is de machtige Heer en de liefhebbende Vriend. We moeten het een zeggen en het andere niet ontkennen.

Ik denk dat het boek Openbaring in deze beelden samenvat wat we overal in het Nieuwe Testament en in feite in de hele Bijbel zien. Jezus Christus staat aan de kant van God – maar Hij werd mens. Jezus is koning – maar Hij werd knecht – en is nu weer koning in de hemel. Natuurlijk spreekt het ene beeld ons soms meer aan dan het andere. Dat kan samenhangen met onze ervaringen, onze opvoeding, de kerk die we bezoeken. Maar daarmee moeten we dat andere beeld nog niet ontkennen of negeren. Laat beide aspecten van de Heer maar rustig naast elkaar staan: Hij is leeuw en lam.

Dr. Pieter J. Lalleman is Bijbelwetenschapper, schrijver en spreker. Hij woont in Zwolle.

Nederlands-Vlaams Bijbelgenootschapv.4.38.0
Volg ons