Nederlands-Vlaams Bijbelgenootschap
1 maart 2018

Spreekwoorden uit de Bijbel: Wie niet kan zien of lopen, die komt mijn huis niet in

Heb je de ontroerende beelden ook wel eens gezien van een man met een dwarslaesie die dankzij een speciaal pak van de TU Delft weer kleine stukjes kan lopen? Hoe bijzonder moet het zijn als je door zo’n ‘exoskelet’ weer een paar stappen kunt zetten?! Want met een beperking lijkt het soms alsof je niet helemaal meetelt in onze maatschappij. En dan gaat deze blog over zo’n vreemd spreekwoord in de Bijbel: Wie niet kan zien of lopen, die komt mijn huis niet in. Wat betekent dat, en waar komt het vandaan?

Thumbnail


Het spreekwoord komt uit het Bijbelboek 2 Samuel, het staat in 2 Samuel 5:8: ‘En David zei tegen zijn soldaten: ‘Jullie kunnen de Jebusieten makkelijk verslaan. Kruip door de watertunnel de stad in. Ik heb niets te maken met mensen die niet kunnen lopen of zien!’ Daar komt het volgende spreekwoord vandaan: ‘Wie niet kan zien of lopen, die komt mijn huis niet in.’ (Bijbel in Gewone Taal).

Dit spreekwoord maakt deel uit van het verhaal hoe David (een deel van) Jeruzalem verovert op de Jebusieten. Zij zijn op dat moment daar de baas, maar David wil de stad innemen. De Jebusieten behoorden tot volken die Kanaän woonden voor de Israëlieten het land introkken. Ze woonden onder andere in Jeruzalem, en noemden de stad dan ook Jebus (o.a. Jozua 15:8 en Rechters 19:10).

In 2 Samuel 5 wil David de stad Jeruzalem dus veroveren op de Jebusieten. Zij zijn er echter zeker van dat David dit niet voor elkaar zal krijgen en zeggen: ‘Zelfs mensen die niet kunnen zien of lopen, zullen u tegenhouden.’
Maar het lukt David wel, want zijn soldaten kruipen via de watertunnel de stad in. En volgens de Bijbeltekst komt daar dan dit spreekwoord vandaan. Volgens sommige mensen zou met ‘mijn huis’ het paleis van David bedoeld worden. Volgens andere mensen is er de tempel mee bedoeld, en zou het gezegde kunnen slaan op een voorschrift dat lamme en blinde mensen niet in de tempel mochten komen. Dit voorschrift is echter niet bekend uit de Bijbel.
Het was wel zo dat mensen die blind of verlamd waren, het niet gemakkelijk hadden. Er was geen of weinig gezondheidszorg, en of je het redde hing grotendeels af van je familie. Maar aan de andere kant waren wetten om blinden te beschermen, zoals in Leviticus 19:14. En juist koning David neemt de zorg op zich voor de lamme Mefiboset, de zoon van zijn beste vriend Jonatan.

Het gezegde komt verder nergens in de Bijbel, of daarbuiten voor. En ook in onze taal geeft dit gezegde het niet gered, in tegenstelling tot veel andere. Wat moet je dan met een gezegde als dit? Misschien wel niets, behalve dan bedenken dat de schrijver van het parallelle verhaal in 1 Kronieken 11:4-9 het misschien ook wel niet voor niets heeft weggelaten.

Deze blog is geschreven door Roelien Smit, vertaler en Bijbelwetenschapper bij het Nederlands Bijbelgenootschap.


Illustratie: Bart den Heeten

Wie kent de spreekwoorden uit de Bijbel niet? ‘Wie een kuil graaft voor een ander …’, of ‘Een rib uit je …’. Grote kans dat je ze zo aanvult, en hun betekenis kent. In deze blogserie ontdek je bekende én onbekende pareltjes. Lees ook de vorige blog over het onbekende spreekwoord ‘Als de ouders onrijpe druiven eten, krijgen de kinderen stroeve tanden’, en de blogs over de bekendere spreekwoorden ‘Dat is (g)een wet van Meden en Perzen’ en ‘Als een dief in de nacht’.

Nederlands-Vlaams Bijbelgenootschapv.4.26.9
Volg ons