Nederlands-Vlaams Bijbelgenootschap
12 mei 2025Emmanuel Wybo

Moet je christen zijn om Gods wil te doen?

Kunnen enkel christenen Gods wil uitvoeren in deze wereld? Niet- of andersgelovigen kunnen toch ook goede daden doen zonder dat ze God nodig hebben? Wat zegt dit dan over al die christenen wereldwijd die goede werken doen? Doen ze dit toevallig ook als christen en is het geloof van geen belang? Hieronder vindt u mijn persoonlijk antwoord.              

Vanuit ongeloof Gods werk doen

Het is perfect mogelijk om niet in God te geloven én Gods wil te doen zonder het te beseffen. Denken we maar aan dit gekende Bijbelvers:

40En de koning zal hun antwoorden: “Ik verzeker jullie: alles wat jullie gedaan hebben voor een van de geringsten van mijn broeders of zusters, dat hebben jullie voor Mij gedaan.”

Matteüs 25:40NBV21Open in de Bijbel

Er wordt enkel over daden gesproken, niet over geloof. Het impliciete christendom weet hier natuurlijk direct weg mee. Een niet- of andersgelovigen die goede werken doet, is volgens deze theologische school dan toch eigenlijk een anonieme christen, omdat men zonder het te weten Christus in zijn hart te gast heeft. Dit is een problematisch gegeven: het gaat voorbij aan een concrete godsrelatie. Bovendien blijft de vraag staan: wat zegt het over christenen dat je geen christen hoeft te zijn om Gods wil te doen?

Vanuit de menselijke natuur kan iedere mens het goede doen

Het christendom formuleert een bijzonder realistisch mensbeeld: de mens is goed en kwaad tegelijk. De mens heeft het kwade in zich vanwege de zondeval. Maar iedere mens is geroepen tot het goede omdat we geschapen zijn naar Gods beeld en gelijkenis. Men kan dus perfect Gods wil doen omdat men mens is. Uiteraard is de motivatie om het goede te doen zeker voor niet-gelovigen fundamenteel anders: ze doen het omdat ‘ze goed willen doen voor anderen’; uit sociale en empathische redenen.

Maar waarom zou je dan nog gelovig moeten zijn? Hieronder formuleer ik vijf redenen waar geloof essentieel blijft voor ethisch handelen en handelen naar de wil van God:

  1. God wil relatie. Ik ben ervan overtuigd dat God van de mens houdt en constant in relatie wil treden – vandaar stuurde God vele profeten en uiteindelijk zijn Zoon. Een niet-gelovige mag dan, net zoals iedere mens, beeld van God zijn, een levende relatie (gebed) met God heeft hij of zij niet.
  2. Geloof is een tweede bron van ethisch handelen. Ook al is men in staat vanuit zijn scheppingsnatuur het goede te doen, dit wil daarom nog niet zeggen dat de mens dit ook effectief doet. Dit is het verhaal van de Bijbel: een volk dat trouw kan zijn aan God, maar de helft van de tijd toch ontrouw is. God gaat daarom een verbond aan met de mens, dat vaker niet dan wel gehonoreerd wordt. Toch daagt het geloof ons uit om telkens God te zoeken en zijn wil te doen. Tegelijk stelt de Schrift dat geloof zonder daden dood is (Jakobus 2:17). Vandaar durf ik te stellen dat naast de scheppingsnatuur oprecht geloof een tweede belangrijke bron is om er zeker van te zijn Gods wil te doen.
  3. Geloof motiveert en legt uit. Geloof motiveert de mens om het goede te doen: uit liefde voor/van God, maar dit kan ook uit angst voor de straf (het laatste oordeel). Een niet-gelovige moet alle motivatie uit zichzelf halen om het goede te doen: geloof in mensenrechten, rechtvaardigheid, … , zonder dat die verankerd zijn in iets overstijgends.
  4. Geloof vraagt meer. De christelijke ethiek is – dit durf ik met overtuiging schrijven – de meest verregaande ethiek die er is. Het is een bij momenten ronduit absurde en schandalige ethiek. De christelijke ethiek promoot, in navolging van Jezus, de totale zelfgave tot op het kruis: niets is groter dan je leven te geven voor een ander (Johannes 15:13). Ook de liefde tot de vijand (Matteüs 5:44-45) is controversieel. Het gaat veel verder dan het tolereren en zelfs vergeven van de vijand; het betreft het actief liefhebben. Ga maar eens aan de ouders wiens kinderen verkracht en vermoord werden door Marc Dutroux verkondigen dat ze hem moeten liefhebben! Of aan rouwende Oekraïners om Poetin lief te hebben, of aan Congolezen om Kagame lief te hebben. Het is een schandalige ethiek … die wel mensen vrij kan zetten. Het bevrijdt een individu en de samenleving van negatieve emoties en kan trauma’s helpen verwerken. De vijandsliefde tilt de mens naar morele hoogten die de sterke dynamieken van haat en wrok kan doorbreken.
  5. Volheid van het menszijn vereist een blik naar boven. In onze menselijke natuur ligt fundamenteel de mogelijkheid verankerd om ons te openen voor het transcendente. Dit is wat ons onderscheidt van ieder ander levend wezen op deze aarde. Niet iedere mens heeft een blik naar boven, maar wel de mogelijkheid om dit te doen. Deze mogelijkheid benutten opent een extra dimensie aan ons menszijn: een gist in het deeg dat het leven kan doen rijzen en smaak geven.

Is het mogelijk om als niet-gelovige goede daden te stellen? Absoluut. Is het mogelijk om Gods wil te doen? Absoluut. Maar geloof zorgt wel voor extra motivatie én bijkomende eisen. Zo kan een mensenleven vol van leven zijn.

Emmanuel Wybo, Theoloog en directeur van Biblia en de Bijbeldienst van het bisdom Brugge

Nederlands-Vlaams Bijbelgenootschapv.4.38.0
Volg ons