Kunstenaar Henk Helmantel leest dagelijks in de Bijbel


‘Ik laat me niet snel van mijn stuk brengen’
‘Ik verwonder mij heel vaak over alles wat ik zie’
‘Het delen van het evangelie is essentieel in mijn leven’

‘Een appel die op tafel ligt, zegt net zoveel over God als een geopende Bijbel,’ zegt Henk Helmantel, bijna nonchalant. Typisch Helmantel. In 2008 was hij Kunstenaar van het Jaar, maar daarvóór werd hij jarenlang verguisd in de kunstwereld. Zijn realistische schilderijen werden achterhaald genoemd. Hoe ging hij daarmee om, en waarom is de Bijbel voor hem ‘eigenlijk alles’?
Wie is Henk Helmantel, die dit jaar tachtig werd? ‘Eén van de velen,’ zegt hij als ik hem ontmoet in zijn atelier in Westeremden, op het Groninger Hogeland. ‘Ieder mens heeft zijn eigen talent en inbreng. Ik voel me bijzonder gezegend en heb een rijk leven. Ik doe dingen die bij me passen en ik kan leven van de kunst. Ik ben dankbaar dat ik een goede vrouw heb en het goed heb met mijn kinderen en kleinkinderen.’
Welke eigenschappen hebt u? Precisie, bijvoorbeeld …?
‘Nou … ik ben vooral iemand die zich heel vaak verwondert over de dingen die ik zie. Die verwondering houdt nooit op. Zelfs als ik me herhaald verwonder over iets, kan dat voor mij qua beleving weer helemaal nieuw zijn. Het begint er al mee dat ik er mag zijn. En dat ik een talent cadeau heb gekregen dat ik heb kunnen ontwikkelen vanaf mijn zestiende. Dat talent gaf me ook een soort roepingsbesef – het is een groot woord, maar toch. Ik voelde dat ik er iets mee moest. Dat heb ik gedaan vanaf 1967, toen ik begon als zelfstandig schilder. En gelukkig werd mijn kunst altijd goed verkocht.’
Bent u een gereformeerde jongen of een vrije geest?
‘Eh … zit daar verschil in?’
Gereformeerd wordt vaak gezien als star.
‘Ja ja, er wordt wat afgegeven op gereformeerden. Maar mijn gereformeerd zijn is voor mij nooit een hindernis geweest. Iedere denominatie heeft zo zijn eigen gezicht en z’n eigen beperkingen. Daarom is het de bedoeling dat je ook verder om je heen kijkt – en dat heb ik zelf ook gedaan. Maar in het gereformeerd-zijn zat ook de boodschap van vrijheid. Diep vanbinnen heb ik dat altijd beseft. Dat heeft te maken met hoe mijn ouders het geloof voorleefden. Ik leef met een bepaald vertrouwen, zo van “als ik het zus of zo aanpak, dan komt het wel goed.” Toen ik op de Academie Minerva kwam – een heel andere wereld dan de gereformeerde setting waar ik uit kwam – was ik bijna de enige in de klas die geloof hechtte aan het evangelie. En daar merkte ik wat voor waardevolle bagage ik had meegekregen.’
Wat was daar zo waardevol aan?
‘We leven in een wereld waar van alles gebeurt. Goed en kwaad, trouw en ontrouw. Ieder mens heeft daar ook zelf deel aan. Dat God in die wereld in actie kwam, dat heb ik altijd bijzonder gevonden. God heeft zich, vertelt de Bijbel, ingezet om ons uit de misère te helpen. God wijst mensen een weg die begaanbaar is. Ga je die weg, dan zul je ervaren dat het een gezegende weg is – al hoeft dat niet materieel te zijn. Als God, die die weg aanraadt, niet betrouwbaar zou zijn, wie is het dan wel? Die weg ben ik gegaan en ik heb de geloofszekerheid dat die goed is. Bij die weg geven de Tien Geboden (Exodus 20:1-17
Hoe zou u de weg die God aanraadt typeren?
‘De liefde is het hoogste. Daar komt het op aan. Dat staat ook zo mooi in 1 Korintiërs 13
Waar hebt u zelf de handen vol aan?
‘Eh … ik heb de neiging om soms iets te radicaal te zijn. Mijn vrouw zegt dat ik weleens te eigenwijs ben. Ik denk niet altijd genoeg aan de mensen in mijn omgeving. Ik heb weleens uitspraken gedaan die te ferm waren, te weinig fijngevoelig. Ik probeer eerlijk te zijn als ik iets zeg, maar vraag me dan achteraf wel af of ik niet te ver gegaan ben. Ik loop niet altijd het rechte pad, al probeer ik het wel. Ik ga m’n eigen gang en laat me niet snel van mijn stuk brengen. Dat heeft ook iets goeds opgeleverd: ik ben een weg gegaan waarvan ik vermoedde en vertrouwde dat het een zinvolle weg zou kunnen zijn.’
Wanneer las u voor het eerst zelf in de Bijbel?
‘Dat deed ik pas serieus toen ik op de Academie Minerva zat. Ik dacht: “Als dit mislukt, als ik geen kunstschilder word, dan word ik evangelist.” Ik vond de boodschap van de Bijbel zozeer de moeite waard, dat ik die graag door wilde geven aan anderen. In de vele ontmoetingen die ik heb met mensen die heel anders denken dan ik, neem ik de evangelist in mij altijd mee. Het gesprek daarover is altijd mogelijk gebleken. Als ik gasten aan tafel heb, lees ik uit de Bijbel en bid ik. Dat blijft hangen. Een NRC-journalist die dit meemaakte, zei later tegen me dat het indruk had gemaakt. Wat ik ook doe, ik probeer het vaak te hebben over het evangelie. Dat is geen vroomdoenerij – het is essentieel in mijn leven.’
Wat zou er misgaan als die essentie er niet zou zijn?
‘Dan zou mijn leven er anders uitzien. Oppervlakkig bekeken misschien niet …’
Wat zou u van binnen missen?
‘Alles. De essentie van het leven, het mysterie. Ja, het leven is een geheimenis, maar de Bijbel geeft voldoende aanwijzingen om ermee om te gaan. Die zijn niet vaag of zweverig. Jezus is concreet mens geweest. Hij heeft zijn boodschap uitgedragen, heeft gezegd wie Hij is, en zijn leerlingen hebben daar al struikelend geloof aan gehecht. Dat is een rijke boodschap, daar is goed mee te leven. Mensen zeggen weleens “Ja, u bent ermee opgevoed, wij niet,” als een excuus om niet te geloven. Dan zeg ik: “De eerste christenen waren er ook niet mee opgevoed. Dus de kansen voor u zijn net zo groot als voor hen.”’
Wat gebeurde er in 1960 toen u logeerde in Wormerveer en elke dag naar het Rijksmuseum fietste?
‘Dat was een enórme openbaring. Ik was hier opgegroeid zonder kunst. Ik moest het doen met plaatjes in tijdschriften en een oom die me kalenderplaten gaf met schilderijen van Rembrandt, Rubens en Vermeer. Ik tekende die na. Maar pas toen ik die meesterwerken in het echt zag, wist ik hoe meesterlijk ze waren. Ik was diep, zeer diep onder de indruk en wist op m’n twaalfde al dat ik kunstschilder wilde worden. Mijn ouders zeiden: “Kinst doe doar wel van leevn?” (kun je daar wel van leven). Ik zei dat het in elk geval wilde proberen. En als het niet zou gaan, “din zain we wel weer” (dan zien we wel). Als ik het niet zou proberen, zou ik dat mezelf levenslang kwalijk nemen.’
U vindt Kees de Kort “een van de beste Bijbelillustratoren”. Waarom schildert u geen Bijbelse taferelen?
‘Omdat daar mijn talent niet ligt. Ik ben een echte atelierschilder. Wel laat ik subtiel mijn geloof merken: ik schilder bijvoorbeeld een geopende Bijbel, met het schutblad van het Nieuwe Testament (zoals op het schilderij: ‘Nieuw Leven’, wat Helmantel zijn geloofsbelijdenis noemt). Of ik schilder een kerkinterieur met een liturgiebord met een Bijbelpassage.

Welke rol speelt God in uw kunstenaarschap?
‘God speelt geen rol. Hij is de essentie in ons menselijke leven. Dat besef probeer ik uit te drukken in mijn leven en werk, soms subtiel, soms openlijk. Dat is geen vroom gepraat – het is een wezenskenmerk van hoe ik in het leven sta. Een appel die op tafel ligt, zegt net zoveel over God als een geopende Bijbel. In mijn atelier heb ik mooi licht. Daarom vind ik het zo betekenisvol dat de Bijbel begint met God, die op de eerste dag het licht schiep. Daar zijn we allemaal van afhankelijk. Ik druk in mijn schilderijen mijn diepe respect voor de schepping uit. Ik hoop dat mijn werk de tijd trotseert en ook in de toekomst zeggingskracht houdt.’
Wat kan kunst in de chaotische wereld van nu betekenen?
‘Ik vind schoonheidsbeleving van grote waarde. Dat hoort bij de essentie van het leven en ik hoop dat mijn werk dat oproept. Ik heb “Hoop voor Oekraïne” geschilderd. Daarmee geef ik het signaal dat hoop belangrijk is. Er zijn kaarten van gemaakt en verkocht, waarvan de opbrengst naar Oekraïne is gegaan. Na de oorlog zal ik dat schilderij schenken aan een Oekraïens museum. Ik hoor mensen die in mijn museum rondkijken weleens zeggen “die man moet iets met God hebben.” Mijn werk roept dus een bepaald gevoel op. Hoopvol, verwonderd, toekomstgericht. En in Openbaring 21 staat dat de schatten van de koninkrijken in het nieuwe Jeruzalem binnengedragen zullen worden. Zouden daar misschien ook schilderijen van mij tussen zitten? Nou, ik wacht het maar gewoon af.’
Wat voor soort boek is de Bijbel volgens u?
‘Ik herinner me een oude discussie over de vraag: “Is de Bijbel Gods Woord, of is Gods Woord in de Bijbel?” Ik neig naar het eerste. De menselijke hand speelde zeker een rol bij de totstandkoming van de Bijbel, maar ook daarin was God. De Bijbel is in feite alles voor me. In de Bijbel komt samen wat van het allergrootste belang is voor het leven. Ik mag weten dat God het beste voor heeft met deze wereld en dat het uiteindelijk goed komt. God belooft een vernieuwde wereld waar gerechtigheid woont.’
Je kunt de Bijbel op verschillende manieren lezen en uitleggen. Hoe doet u dat?
‘Ik voel me thuis bij mensen die orthodox zijn maar ook nadenken. Je moet goed nadenken en vragen blijven stellen, want er is ook onzekerheid. Ook mensen in de Bijbel zaten met allerlei vragen, lees de Psalmen maar. Waar het in de Bijbel om gaat? Dat we God liefhebben en onze naaste als onszelf. Daar hebben we de handen vol aan. Maar’ – Helmantel steekt nadrukkelijk een vinger omhoog – ‘het draait ook om leven in vertrouwen! Het is essentieel om dat te beleven, en het te delen met anderen.’
Helmantel vindt de Emmaüsgangers één van de mooiste Bijbelverhalen. Het grijpt hem aan hoe Jezus de discussie aangaat, zegt hij in dit filmpje
Beeld: Art Revisited

