Geen doorkomen aan
Over Jezus en de verlamde man (Marcus 2:1-12)
Jezus’ gezag betwist
Waar Jezus komt, brengt Hij een grote massa samen waar geen doorkomen aan is. De menigte is als een muur van mensen en verspert een lamme letterlijk de weg.
Het was in die tijd gangbaar om ziekte en zonde bijna vanzelfsprekend met elkaar in verband te brengen. Vandaag de dag is dat veel minder het geval. Toch zijn er nog altijd verlamden in onze maatschappij die veroordeeld zijn tot de marge en niet meetellen.
Je kunt op velerlei manieren verlamd zijn, niet alleen fysiek, maar ook geestelijk. Denk maar aan innerlijke blokkades als depressie, angst, rouw, wanhoop of moedeloosheid. Hebben wij oog voor de verlamden in onze omgeving? Misschien zijn we zelf soms verlamd?
Op zoek naar een oplossing
In het verhaal zijn er vier vrienden die met een verrassende oplossing op de proppen komen, zodat de lamme toch Jezus kan ontmoeten. Zij maken als dragers een bres in het dak en laten hun vriend afdalen om dicht bij Jezus te zijn. Bovendien geven ze hem op die manier een plek in de mensenmassa. Zij leggen zich niet neer bij de situatie, zij laten zich niet verlammen.
Gaan wij zelf actief op zoek naar manieren om verlamden toch te laten meetellen? Durven wij hen te ontmoeten en hun dragers te worden? En als we zelf verlamd zijn: wie mag onze drager zijn?