Een dienende koning


Op weg naar Jeruzalem
Discussie onder de discipelen
Jezus’ discipelen hadden een probleem met macht en invloed. In Marcus 9:33-35 staat:
Ruzie over wie de grootste is ... en dan zet Jezus de zaken op de kop: de minste is de belangrijkste. Of zoals in Marcus 10:43 staat: ‘Wie van jullie de belangrijkste wil zijn, moet dienaar van de anderen zijn.’
Lijden?
Jezus is op weg naar Jeruzalem. Opnieuw vertelt Hij zijn twaalf discipelen wat er daar met Hem, de Mensenzoon, zal gebeuren. Hij zal worden gemarteld en gekruisigd, maar opstaan uit de dood.
De discipelen begrijpen het niet. Ze hebben andere dingen te bespreken. Jakobus en Johannes willen graag dat Jezus de beste plaatsen naast Hem voor hen reserveert wanneer Hij zijn heerlijkheid binnengaat. Denken ze misschien aan wat er in Daniël 7:13-14 staat over de Mensenzoon?
De omgekeerde wereld
Jakobus en Johannes denken misschien: Oké, er zal lijden zijn, maar er zal ook heerlijkheid zijn en de Mensenzoon zal over alles regeren, dus we kunnen er maar beter voor zorgen dat wij de beste plaatsen in zijn Koninkrijk krijgen. Ik las ergens: ´ze willen kroonprinsen zijn die samen met Jezus op co-tronen zitten.´
Jezus´ antwoord wijst hen opnieuw op het lijden dat gepaard gaat met het volgen van Hem. De discipelen zijn echter optimistisch: wij kunnen deze dingen ook ondergaan. En Jezus zegt dat ze dat inderdaad zullen doen – ze zullen delen in zijn lijden. Jakobus werd ook gedood, lezen we in Handelingen 12:2.
Toch wil Jezus nog een ander punt maken: niemand kan een plaats naast Hem ´verdienen´. Het Koninkrijk van God werkt anders. Het heeft geen menselijke machtsstructuren. Het gaat er niet om belangrijk te zijn, nummer één te zijn. Dat is hoe de wereld werkt.
Dit gaat in tegen de cultuur van Jezus’ dagen en van de onze. De Griekse filosoof Plato zei: ‘Hoe kan iemand gelukkig zijn als hij een ander moet dienen?’
In de wereld van Jezus, in het Koninkrijk van God, staan de dingen op hun kop. Status en macht zijn er irrelevant. Niet onze menselijke natuur en verlangens zijn bepalend, maar Gods wil en zijn prioriteiten. En het is Gods wil dat we elkaar liefhebben en dienen.
Daniël 7:13-14 zegt dat de Mensenzoon eer en lof zal ontvangen – en terecht. Maar Jezus zegt dat Hij, deze Mensenzoon, is gekomen om te dienen. Hij brengt dat in praktijk door bij het Laatste Avondmaal de voeten van de discipelen te wassen, wat het werk van een slaaf was. En Hij, de Koning, gaf zijn leven voor ons om onze zonden te vergeven, ‘als losprijs’, zoals in vers 35 staat.
Er is een prachtig lied gebaseerd op dit laatste vers: ‘He came to us, not to be served.’
Hetty Lalleman is theoloog en schrijver.



