Bijbel, dichtkunst en muziek: Willem Barnards Paaslied bij de doop
Door Klaas Touwen
Willem Barnard (1920-2010) is met zijn vriend Huub Oosterhuis (1933-2023) een van de belangrijkste lieddichters van vorige en begin deze eeuw. Zijn liederen hebben kerkbreed hun weg gevonden, zowel in katholieke als in protestantse liedbundels, en zijn geliefd in het veelkleurig spectrum van de Kerk. ‘Wat zijn de goede vruchten’ bijvoorbeeld is een favoriet, en ‘Een mens te zijn op aarde’. Kenmerkend voor de liederen van Barnard is hun Bijbels gehalte. Daarvan is het onderstaande lied een typerend voorbeeld. Welke Bijbelteksten lichten er zoal in op?
In u zijn wij begrepen
Een Paaslied bij de doopIn u zijn wij begrepen,
in u zijn wij gedoopt.
Uw dood werd ons ten teken,
uw leven onze hoop.
Nu weten wij voorgoed:
gij zult ons nooit begeven,
uw lichaam is ons leven,
uw offer is ons bloed.
Wij zijn in u begraven,
wij staan met u rechtop.
Wij zijn niet langer slaven,
maar kinderen van God.
Een wereld zijn wij oud,
maar nieuw als deze morgen,
geborgen ongeborgen,
verloren tot behoud.
Die dood van één voor allen
werd vruchtbaar in de tijd,
het zaaizaad is gevallen,
het loopt op oogsten uit.
De zondvloed is voorbij,
ziedaar de nieuwe oever,
een duif koert in het lover,
dit is de overzij.
Oorsprong
Het lied is geschreven omstreeks 1960 en heette toen ‘Van de doop’. In de toenmalige tekstversie:
Wij zijn in Hem begrepen,
wij zijn in Hem gedoopt.
En:
Wij zijn in Hem begraven,
zijn dood is ons behoud,
zijn graf de grote gave
waardoor gij leven zoudt.
Dat is een speelse weergave van Romeinen 6:4 in liedvorm: ‘We zijn door de doop in zijn dood met Hem begraven om, zoals Christus door de macht van de Vader uit de dood is opgewekt, een nieuw leven te leiden,’ en van Kolossenzen 2:12: ‘Toen u gedoopt werd bent u immers met Hem begraven, en met Hem bent u ook tot leven gewekt, omdat u gelooft in de kracht van God die Hem uit de dood heeft opgewekt.’
Brevier
Een kwart eeuw later heeft Barnard zijn lied nog eens grondig onder handen genomen en het vooral naar Pasen toe geschreven. Het kreeg toen de titel: ‘Een paaslied bij de doop’. We kunnen nog precies nagaan waar hij zijn inspiratie vond. In het oude brevier, het gebedenboek waaruit de Kerk de eeuwen door dagelijks heeft leren bidden. Barnard hield van het brevier. Hij heeft er oeroude tekstsamenhangen in teruggevonden die de Kerk met de Synagoge verbinden.
Op de vrijdag in de eerste paasweek werden in het oude brevier achtereenvolgens deze teksten aangewezen.
Psalm 78:53
Meteen al deze eerste psalm reikt de symboliek van de doop aan: 'Hij leidde hen veilig, zij hadden niets te vrezen, het water van de zee had hun vijanden bedekt.’
In plaats van ‘niets te vrezen’, heeft de Latijnse tekst ‘vol hoop’ (Eduxit eos Dominus in spe). De uittocht uit Egypte en de doortocht door de Rode Zee heeft Barnard als volgt in het lied samengevat: ‘Wij zijn niet langer slaven, maar kinderen van God.’ En over de hoop: ‘Uw dood werd ons ten teken, uw leven onze hoop.’
1 Petrus 3:18-22
De brieflezing van die vrijdag vertoont grote verwantschap met de paulinische teksten, waarbij Barnard aanvankelijk te rade was gegaan: ‘Ook Christus immers heeft, terwijl Hij zelf rechtvaardig was, geleden voor de zonden van onrechtvaardigen, voor eens en altijd, om u zo bij God te brengen. Naar het lichaam werd Hij gedood maar naar de geest tot leven gewekt’ (1 Petrus 3:18). Ook in deze Petrusbrief wordt Christus’ overwinning op de dood verbonden met de doop: ‘In de ark werden slechts enkele mensen, acht in totaal, door de watervloed heen gered, en dat water is een voorafbeelding van het water van de doop, die niet het vuil van uw lichaam wast maar een vraag is aan God om een zuiver geweten. De doop brengt redding dankzij de opstanding van Jezus Christus’ (1 Petrus 3:20-21).
In het lied klinkt dat zo – inclusief de duif van Noach: ‘De zondvloed is voorbij, ziedaar de nieuwe oever, een duif koert in het lover, dit is de overzij.’ De symboliek is rijk, want ‘de nieuwe oever’ en ‘de overzij’ is niet alleen de waterlijn na de zondvloed, maar ook de overkant van het Exodusverhaal, waar de slaven hun bevrijding bezingen.
Matteüs 28:16-20
Het evangelie van die vrijdag is het doopbevel dat Jezus zijn leerlingen geeft: ‘Ga dus op weg en maak alle volken tot mijn leerlingen, door hen te dopen in de naam van de Vader en de Zoon en de heilige Geest, en hun te leren dat ze zich moeten houden aan alles wat Ik jullie opgedragen heb. En houd dit voor ogen: Ik ben met jullie, alle dagen, tot aan de voltooiing van deze wereld’ (Matteüs 28:19-20). Het lied onderstreept dat met: ‘Nu weten wij voorgoed: gij zult ons nooit begeven.’
In dit Paaslied komen de motieven en symbolen als vanzelf bij elkaar. Maar ze verwijzen altijd door, naar het Bijbelse verhaal van hoop en verlossing. Voor wie het lied graag en vaak zingt, komt die Bijbelse ondergrond steeds weer aan het licht .
De verzamelde liederen van Willem Barnard | Guillaume van der Graft met hun melodieën en uitvoerig commentaar zijn uitgegeven door Gerda van de Haar en Klaas Touwen (eindredactie) onder de titel In wind en vuur. Alle liederen (Skandalon 2023).