Ammon en Ammonieten
Met Ammonieten worden de bewoners van het koninkrijk Ammon aangeduid, dat ten oosten van Israël lag met Rabbat-Ammon als hoofdstad. De Ammonieten waren verwant aan de Israëlieten en hun taal verschilde weinig van het Hebreeuws
Ontstaan van Ammon
Toen de Zeevolken omstreeks 1200 voor Christus het wankele evenwicht in West-Azië volledig verstoorden, hebben de Ammonieten kans gezien een eigen koninkrijk te vormen. De hoofdstad Rabbat-Ammon bestond reeds in de Kanaänitische periode.
Conflicten met de Israëlieten
In de Bijbel worden verschillende conflicten tussen Ammon en Israël vermeld. De Ammonieten probeerden Gilead te veroveren, maar de Israëlieten beschouwden dit gebied als hun erfdeel.
De rechter Jefta slaagde erin om de Ammonieten te verslaan (Rechters 10:6-11:36). Saul
Profetieën tegen Ammon
Hoe diep de haat tussen beide volken was, blijkt uit de profetieën tegen Ammon, die in het Oude Testament staan (Jesaja 11:14; Jeremia 49:1-6; Ezechiël 25:1-7; Amos 1:13-15; Sefanja 2:8-9). Het blijkt ook uit het verbod om Ammonieten in de gemeente van de Heer op te nemen (Deuteronomium 23:3; Nehemia 13:1).
Latere geschiedenis van Ammon
De Assyrische
De Ammonieten bleven als volk ook in de Perzische en Hellenistische tijd voortbestaan. Zij bleven de Joden vijandig gezind, zoals bleek in de tijd van Nehemia (Nehemia 4:1-2) en de Makkabese opstand (1 Makkabeeën 5:6-7).
In de Romeinse periode behoorde de hoofdstad Rabbat-Ammon, inmiddels omgedoopt in Filadelfia, tot de Decapolis. In 106 na Christus werd het gebied bij de Romeinse provincie Arabia gevoegd. Zo kwam er een definitief einde aan Ammon, maar de naam leeft voort in die van de huidige Jordaanse hoofdstad Amman.