Nederlands-Vlaams Bijbelgenootschap

De tabernakel

Volgens de boeken Exodus tot en met 1 Koningen is de tabernakel de tent die de Israëlieten gebruiken voor de eredienst tijdens de reis door de woestijn tot aan de bouw van de tempel in Jeruzalem. Voor elke reis wordt de tent steeds afgebroken en op de volgende plaats weer opgebouwd.

Heilige tent

De tabernakel wordt ook wel de ‘ontmoetingstent’, ‘tent der samenkomst’ of ‘heilige tent’ genoemd. Het is een van de belangrijkste zaken in het Oude Testament: naar geen enkele andere zaak wordt zo vaak verwezen.
De tabernakel is als voorloper van de tempel de centrale plek van de religie. Het is de plek waar de ark van het verbond bewaard wordt. Daarom is de tabernakel het symbool van de aanwezigheid van God.

Wanneer Salomo de tempel in Jeruzalem gebouwd heeft, gaan alle functies van de tabernakel over op de tempel.

Hoe zag de tabernakel eruit?

Volgens de boeken Exodus tot en met 1 Koningen is de tabernakel de tent die de Israëlieten gebruiken voor de eredienst tijdens de reis door de woestijn tot aan de bouw van de tempel in Jeruzalem

In Exodus 26-30 is een beschrijving te vinden van de tabernakel en alle voorwerpen in de tabernakel.
De tabernakel is een grote rechthoekige tent van ongeveer 15 meter lang en 6 meter breed. De tent wordt opgebouwd uit 48 planken met doeken eroverheen. De planken zijn van acaciahout, bedekt met een laagje goud. Elke plank is 75 centimeter breed en 5 meter hoog.
Over de planken liggen twee kleden die gemaakt zijn van vijf doeken van 14 meter lang en 2 meter breed. Daaroverheen liggen weer doeken van geitenwol. En over die doeken van geitenwol liggen weer kleden van zeekoevellen.
Bij de ingang van de tent hangen gordijnen, die prachtig versierd zijn met ingeweven cherubs.
Alle palen, planken en ringen van de tent zijn gemaakt van acaciahout en bedekt met goud, zilver en brons.

Het plein rond de tabernakel

Buiten de tabernakel is een soort plein. Dit plein is omgeven door een omheining van ongeveer 50x25 meter. De omheining bestaat uit doeken die aan palen vastgemaakt zijn.

In de tabernakel

In de tabernakel zijn twee gedeeltes: het heilige en het allerheiligste. Deze twee ruimtes zijn van elkaar gescheiden door een gordijn, het voorhangsel. Alleen priesters mogen in het heilige komen. In het allerheiligste mag alleen de hogepriester komen.

De tempel later heeft dezelfde twee ruimtes.

Het heilige

Het heilige is het voorste gedeelte van de tabernakel. De priester komt hier tweemaal per dag om wierook te offeren. Ook steekt hij elke avond de olielampen aan.
In dit gedeelte zijn de tafel met de toonbroden, de zevenarmige kandelaar en het reukofferaltaar te vinden.

Het allerheiligste

Het allerheiligste is het achterste gedeelte van de tabernakel. In het allerheiligste komt alleen de hogepriester, en dat maar één keer per jaar. Hij moet er dan voor zorgen dat de fouten van het hele volk vergeven worden: de verzoeningsrite. Dat gebeurt op de tiende dag van de zevende maand.
In het allerheiligste staat de ark van het verbond. Bij de ark zijn ook de staf van Aäron te vinden (zie Numeri 17:23-26) en het kruikje met manna (zie Exodus 16:33-34).

Voorwerpen in de tabernakel

De belangrijkste voorwerpen in en om de tabernakel zijn:

Gerelateerde Bijbelgedeelten

Exodus 26
Nederlands-Vlaams Bijbelgenootschapv.4.26.9
Volg ons