Nederlands-Vlaams Bijbelgenootschap

De gezalfde in het Oude Testament

In het Oude Testament is het woord ‘gezalfde’ of ‘messias’ (in het Hebreeuws: masjiach) gebruikt als een titel. Met name de koning van Israël wordt beschouwd als de ‘gezalfde’.

Door God uitgekozen

De zalving van een persoon was het teken dat hij door God was uitgekozen voor zijn taak (zie bijvoorbeeld Psalm 2:2). Een koning die gezalfd is, heeft een nauwe relatie met God. Gods geest rust op hem en hij regeert namens God. Het is zijn verantwoordelijkheid om het ideaal van Gods koninkrijk te realiseren.
In het Oude Testament worden verder ook gezalfd:

  • priesters: bijvoorbeeld Aäron in Exodus 29:7;
  • profeten: bijvoorbeeld Elisa in 1 Koningen 19:16.

De messias als symbool

Na de Babylonische ballingschap, die begon in 586 voor Christus, verdwenen de echte koningen in Juda. Het koningschap werd daarna geïdealiseerd. Het werd een symbool van heilsverwachting:

  • De term ‘messias’ wordt dan zelfs toegepast op de Perzische koning Cyrus die niet eens bekend is met de HEER (Jesaja 45:1-7). Hij wordt voorgesteld als de herder (Jesaja 44:28) die Israël moet beschermen.
  • In verschillende oudtestamentische profetieën (bijvoorbeeld Jesaja 11:1-9) wordt gesproken over de hoop op een nieuwe tijd. In deze teksten speelt een nakomeling van David een belangrijke rol. Hij zal als de ware koning namens God vrede brengen.

In deze teksten ligt de nadruk op het messiaanse ideaal dat David en zijn opvolgers nooit hebben kunnen verwezenlijken, en minder op de concrete historische persoon die dit ideaal moet verwezenlijken.

Nederlands-Vlaams Bijbelgenootschapv.4.21.9
Volg ons