Nederlands-Vlaams Bijbelgenootschap

De evangeliën over gemeentes

In de vier evangeliën zijn sporen te vinden van de eigen identiteit van de verschillende gemeentes.

De gemeente in Marcus

Uit het evangelie van Marcus is op te maken de christelijke gemeente zich begint af te zonderen van de Joodse gemeenschap. Ook zijn er aanwijzingen te vinden dat er uit deze Joodse gemeenschap een zekere vervolging plaatsvond (zie bijvoorbeeld Marcus 4:17).

De gemeente in Matteüs

Matteüs schrijft voor een typisch Joodse, lerende gemeente. Zijn lezers lijken soms nog  volledig Joods (bijvoorbeeld in Matteüs 5:17-19) en soms min of meer los van de Joodse gemeenschap (bijvoorbeeld in Matteüs 28:5).
Matteüs is de enige evangelist die het woord ekklêsia gebruikt, voor de plaatselijke gemeente (Matteüs 18:17) of voor de kerk in universele zin (Matteüs 16:18).

De gemeente in Lucas

Lucas legt veel nadruk op de Joodse oorsprong van de Jezusbeweging. In Handelingen rechtvaardigt hij de opname van niet-Joden; in zijn evangelie wil hij hen misschien ook herinneren aan hun Joodse wortels.

De gemeente in Johannes

Uit het evangelie volgens Johannes blijkt dat er een felle ruzie was met ‘de Joden’, die de leden van de gemeente uit de synagoge hebben gebannen. Johannes 21 wijst op spanning tussen de richting van Petrus als leider en de groepering rond ‘de leerling van wie Jezus hield’. Deze laatste leerling is bepalend geweest voor het eigen karakter van het vierde evangelie.

Nederlands-Vlaams Bijbelgenootschapv.4.26.9
Volg ons