De Bijbelse profetenboeken
Het Oude Testament is op verschillende manieren in te delen. In de meeste Bijbelvertalingen zijn vier delen te onderscheiden: de Pentateuch (Genesis
Grote en kleine profeten
Met de term ‘profetenboeken’ wordt een reeks boeken aangeduid:
- de 'grote' profeten: Jesaja
, Jeremia en de Klaagliederen van Jeremia, Ezechiël , en Daniël . Deze boeken staan bekend als de 'grote' profeten, omdat ze omvangrijker zijn dan de andere profetenboeken. - de 'kleine' profeten: Hosea
, Joël , Amos , Obadja , Jona , Micha , Nahum , Habakuk , Sefanja , Haggai , Zacharia en Maleachi . Deze kleine profeten stonden vaak op één boekrol. Daarom worden ze soms beschouwd als één boek: het Twaalfprofetenboek .
Wie schreven de profetenboeken?
Van oudsher bestaat de opvatting dat de profetenboeken geschreven zijn door de profeet naar wie ze genoemd zijn. Het boek Jesaja
Deze opvatting is in de moderne tijd steeds meer ter discussie gesteld. Een alternatieve opvatting is, dat de profeten met hun boodschap aan de basis staan van de verschillende boeken. Maar de boeken zoals we ze nu kennen, zouden het werk zijn van opeenvolgende generaties van schrijvers. Zij legden het profetische erfgoed vast en werkten het uit.
Tanach
In de indeling van de Hebreeuwse Bijbel, de Tanach