Nederlands-Vlaams Bijbelgenootschap

Wie was Jakob in de Bijbel?

Jakob is de derde stamvader van de Israëlieten, na Abraham en Isaak. Hoewel Jakob de jongste is, krijgt hij de zegen van de eerstgeborene doordat hij zijn vader bedriegt. Op zijn beurt wordt Jakob bedrogen door zijn oom Laban en door zijn eigen kinderen.

De naam Jakob

De naam Jakob kan twee dingen betekenen: ‘God beschermt’ of ‘hij bedriegt’. Nadat Jakob ’s nachts gevochten heeft met een onbekende, krijgt hij een nieuwe naam, ‘Israël’. Dat betekent: Hij strijdt met God (Genesis 32:29; Hosea 12:4). Beide namen worden later ook gebruikt om het hele volk mee aan te duiden.

Jakob de bedrieger

Jakob is een zoon van Isaak en Rebekka, en de jongere tweelingbroer van Esau. Als Esau en Jakob geboren worden, houdt Jakob de hiel van zijn broer vast. Een woordspel in het Hebreeuws legt een verband tussen het woord ‘hiel’ en Jakobs naam. Hij wordt ‘hielenlichter’ genoemd, oftewel: bedrieger.
Later in het verhaal is hij inderdaad een bedrieger: Jakob ontfutselt zijn broer Esau het eerstgeboorterecht in ruil voor een kom linzensoep. Ook bedriegt hij zijn blinde vader door zich te verkleden als Esau. Vader Isaak geeft hém daardoor de zegen van de eerstgeborene in plaats van Esau. Esau is hier zo kwaad over dat Jakob moet vluchten.

Jakob wordt bedrogen door Laban

Jakob vlucht naar zijn oom Laban in Charan. Daar wordt hij verliefd op Labans jongste dochter Rachel. Maar Laban bedriegt Jakob door hem stiekem zijn oudste dochter, Lea, tot vrouw te geven. Pas daarna mag Jakob met Rachel trouwen.
Met Lea en Rachel krijgt Jakob twaalf zonen en één dochter. De oudste zoon van Rachel, Jozef, is zijn lievelingszoon.

Jakob wordt bedrogen door zijn kinderen

De andere broers zijn jaloers op Jakobs lievelingetje Jozef. Ze verkopen hem daarom als slaaf, aan mensen uit Egypte. Ze vertellen dit niet aan hun vader, maar doen alsof Jozef is verscheurd door een wild dier (Genesis 37:31-33).
Jaren later gaan de broers naar Egypte om graan te kopen, omdat er hongersnood is in Kanaän. Daar ontmoeten ze Jozef, die inmiddels onderkoning is van Egypte. Jozef vergeeft zijn broers en laat zijn hele familie naar Egypte komen.

Zegen van Jakob

Jakob sterft uiteindelijk in Egypte. Vlak voordat hij sterft, zegent hij zijn twaalf zonen en vraagt hij hen om hem niet in Egypte te begraven, maar in het familiegraf in Kanaän. Daar liggen ook Abraham, Isaak en Lea begraven (Genesis 50:12-14).

Nederlands-Vlaams Bijbelgenootschapv.4.24.4
Volg ons