Inleiding Job (NBV)
In het boek Job wordt het lijden van de vrome en rechtvaardige man Job beschreven.
Titel van het boek
Het boek Job ontleent zijn naam aan de hoofdpersoon, Job
Historisch is er niets over Job bekend; het verhaal zegt dat hij in het land Us woonde, maar er is geen land met die naam bekend uit de oudheid.
Inhoud
In het boek Job staat de vraag centraal naar de zin van het lijden en naar de rol van God daarbij. De ervaringen van Job vormen het kader waarbinnen die vraag aan de orde komt.
Hoewel Job een rechtschapen en deugdzaam man is, wordt hij getroffen door veel onheil en ellende. De vrienden van Job, Elifaz, Bildad, Sofar en Elihu, verklaren zijn lijden door te zeggen dat Job dus wel gezondigd moet hebben. God beloont immers het goede gedrag van de mens en bestraft het kwade. Job betwist dat: hij verdient deze ellende niet, want hij is een vroom man en heeft altijd onberispelijk geleefd.
De discussies tussen Job en zijn vrienden worden omringd door een verhaal in proza. Daarin krijgt Satan
Thema en kenmerken
De poëzie in het boek Job is van hoog niveau, met een aaneenschakeling van beelden, reeksen retorische vragen en mooie klankeffecten. De stijl van de prozahoofdstukken is vrij eenvoudig.
In de tekst spelen steeds tegenstellingen een rol, bijvoorbeeld:
- licht tegenover duisternis
- dood tegenover leven
- menselijke onmacht tegenover goddelijke almacht
- wijsheid tegenover onwetendheid
- God tegenover Satan
Ook in de vorm van de tekst, in vraag en antwoord, argumenten en tegenargumenten, komen de tegenstellingen terug.
Plaats in de Bijbel
In veel bijbeluitgaven wordt Job, met onder andere Psalmen
In de Hebreeuwse Bijbel hoort het boek Job bij de Geschriften
Genre
Job behoort tot de zogeheten wijsheidsliteratuur, net als Spreuken
Datering
Het is moeilijk vast te stellen wanneer en door wie het boek Job is geschreven. Op grond van de thematiek en het taalgebruik wordt gedacht dat het boek zijn huidige vorm heeft gekregen tussen de vijfde en de tweede eeuw voor Christus.
Opbouw
Het hart van het boek wordt gevormd door 39 hoofdstukken poëzie, die omlijst worden door een verhaal.
Verhaal en poëzie
Het boek Job bestaat uit een reeks poëtische monologen en dialogen (Job 3:1-42:6
In het poëtische middendeel lijkt Job
Indeling
Het boek kan in elf delen ingedeeld worden:
- Job 1-2: Proloog: de rechtschapen Job wordt beproefd.
- Job 3: De klacht van Job.
- Job 4-14
: Eerste gesprek tussen Job en zijn vrienden. - Job 15-21
: Tweede gesprek tussen Job en zijn vrienden. - Job 22-27
: Derde gesprek tussen Job en zijn vrienden. - Job 28
: Lofzang op de wijsheid. - Job 29-31
: Job daagt God uit. - Job 32-37
: De betogen van Elihu. - Job 38-41
: De reactie van God. - Job 42:1-6: Job herroept zijn uitdaging.
- Job 42:7-17: Epiloog: Job wordt in ere hersteld.