Inleiding Haggai (NBV)
Het boek Haggai is het tiende boek van het Twaalfprofetenboek
Titel van het boek
Het boek Haggai is genoemd naar een profeet met dezelfde naam. Volgens de datering in Haggai 1:1 was hij in het jaar 520 voor Christus werkzaam in Jeruzalem.
In die tijd hadden de Perzen de macht overgenomen van de Babyloniërs
De profeet Haggai wordt, samen met Zacharia, ook genoemd in Ezra 5-6.
Inhoud
Haggai bevat vier toespraken van de profeet die erop aandringen om de tempel weer in gebruik te nemen.
Het boek eindigt met een profetie waarin Zerubbabel, de kleinzoon van koning Jojachin
Thema
Het centrale thema van het boek is een oproep van God om de tempel in Jeruzalem te herbouwen. De tempel was in 586 voor Christus verwoest bij de verovering van Jeruzalem door Nebukadnessar
De huidige droogte en de slechte oogst worden in verband gebracht met het uitblijven van de herbouw van de tempel. De oproep tot herbouw is gericht tot de gouverneur Zerubbabel en de hogepriester Jozua, maar ook tot het volk.
Kenmerken
Het boek Haggai bestaat uit profetieën
Opbouw
Het boek Haggai is met 38 verzen het op een na kleinste boek van het Oude Testament. Alleen Obadja
Indeling
In het boek Haggai zijn twee delen te onderscheiden. In Haggai 1 klinkt het verwijt dat de tempel nog niet herbouwd is, en wordt verteld hoe er een begin gemaakt wordt met de herbouw. In Haggai 2 volgt een aanmoediging om door te gaan. Er wordt nog een keer gewezen op de ellende in de afgelopen periode, maar er is ook een belofte van voorspoed.