Nederlands-Vlaams Bijbelgenootschap

Metten (ochtenddienst)

De metten is de ochtenddienst. De Nederlandse naam ‘metten’ komt van het Latijnse matutinum (‘ochtend’) en deze dienst heeft wortels in zowel Oost als West. In de kloosters is het een lange dienst. Als je deze helemaal volgens de Oosters-orthodoxe traditie wilt bidden, kun je het horologion(dat alle diensten van de dag- en nachtcyclus, inclusief uitzonderingen, bevat) gebruiken. Je kunt dan eventueel ook twee kathismata uit De Psalmen van de Vroege Kerklezen (de eerste bijlage in die uitgave geeft aan welk kathisma wanneer worden gelezen).

In dit leesrooster maken we ‘kort metten’: we hebben uit de grote dienst van de metten drie representatieve teksten gekozen. Twee komen uit de ‘hexapsalm’ (‘zes psalmen’), een standaard onderdeel van de Oosters-orthodoxe metten. De derde is geen psalm, maar komt uit de Oden (die in de Septuaginta een apart Bijbelboek vormen).

De eerste psalm is Psalm 62 (63), die beschrijft hoe je liggend op bed aan God denkt en voor Hem in het heiligdom verschijnt. Dit is een ochtendpsalm bij uitstek en dus passend in de metten. 

Psalm 102 (103) past ook bij het begin van een nieuwe dag. Je begint met God te zegenen, omdat Hij je deze dag geeft. Voor wie gewend zijn dat alleen de bisschop, priester of dominee de zegen uitspreekt, is het vaak verrassend om te beseffen dat iedere gelovige God kan zegenen. Deze psalm is heel geliefd en komt ook in andere diensten voor. 

Tot slot Ode 9, die bestaat uit twee teksten uit het Nieuwe Testament: het Magnificat (lofzang van Maria) en het Benedictus (gebed van Zacharias). De Latijnse titels geven aan dat deze ook een belangrijke plaats in de Latijnse ritus innemen. Ze zijn door veel componisten op muziek gezet. Ode 9 haalt eerst de woorden aan van Maria, de Moeder van God: ‘Mijn ziel verheft de Heer, mijn geest jubelt over God, mijn redder.’ Terwijl de voorzanger of het koor deze hymne zingt, bewierookt een geestelijke de hele kerk; thuis kun je de iconen zelf bewieroken. Hierna zegent Zacharias de Heer en doet de volgende voorspelling over zijn zoon Johannes de Voorloper (de Doper): ‘En jij, mijn kind, zal profeet van de Allerhoogste worden genoemd, want jij zal voor het aangezicht van de Heer uitgaan om voor Hem de weg te bereiden’.

Een symbool dat hoort bij de metten is het ochtendlicht dat staat voor de ‘opgaande Zon’ waarover Zacharias spreekt. Ook de opstanding van Jezus Christus is daarmee verbonden. Daarom is de metten ook de dienst bij uitstek van de Opstanding. Als je tijd hebt, zou je de Evangelielezing van de dag kunnen lezen. Deze kun je vinden in een Evangelie-lectionarium.

Psalm 62 (63)

Kernvers: 62(63):9

Ik ben aan U gehecht, met heel mijn ziel,
uw rechterhand houdt mij vast.

1 Een psalm van David, toen hij in de wildernis van Judea was.

2 God, mijn God, vroeg in de ochtend zoek ik U,
mijn ziel dorst naar U.
Hoe vaak verlangt mijn vlees naar U
in dit barre land zonder weg en water?

3 Zo verscheen ik voor U in het heiligdom
om uw macht en glorie te zien.

4 Want uw barmhartigheid is beter dan het leven.
Mijn lippen willen U prijzen.

5 Zo zal ik U zegenen mijn leven lang
en in uw naam mijn handen opheffen.

6 Laat mijn ziel verzadigd worden met vet en overvloed;
met vreugde op mijn lippen zal mijn mond U loven.

7 Op mijn bed denk ik aan U,
in de ochtendschemering peins ik over U.

8 Want U bent mijn helper geworden:
ik juich in de beschutting van uw vleugels.

9 Ik ben aan U gehecht, met heel mijn ziel,
uw rechterhand houdt mij vast.

10 Maar zij die tevergeefs zoeken naar mijn ziel,
komen terecht in de diepste krochten van de aarde.

11 Zij worden overgegeven aan het geweld van het zwaard
en vallen ten prooi aan de vossen.

12 De koning echter verheugt zich in God;
eenieder die bij Hem zweert, wordt geroemd,want wie onrecht verkondigen, wordt de mond gesnoerd.

Psalm 102 (103)

Kernvers: 102(103):1

Zegen de Heer, mijn ziel
en al wat in mij is, zegen zijn heilige naam.

1 Van David.
Zegen de Heer, mijn ziel
en al wat in mij is, zegen zijn heilige naam.

2 Zegen de Heer, mijn ziel
en vergeet al zijn weldaden niet.

3 Hij vergeeft al je wandaden,
geneest al je ziekten,

4 verlost je leven uit het verderf,
kroont je met ontferming en barmhartigheid

5 en vervult je verlangen met het goede.
Zo zal je jeugd vernieuwd worden als die van een adelaar.

6 De Heer verricht barmhartige daden
en verschaft recht aan wie onrecht is aangedaan.

7 Hij maakte Mozes zijn wegen bekend,
de kinderen van Israël zijn wil.

8 Barmhartig en genadig is de Heer,
geduldig en vol ontferming.

9 Niet eindeloos duurt zijn woede,
niet voor eeuwig is zijn wrok.

10 Niet naar onze zonden behandelt Hij ons
en onze wandaden rekent Hij ons niet aan.

11 Want zo hoog als de hemel verheven is boven de aarde,
zo krachtig maakt de Heer zijn ontferming voor wie Hem vrezen.

12 Zo ver als het oosten ligt van het westen,
zo ver verwijdert Hij onze wandaden van ons.

13 Zoals een vader medelijden heeft met zijn kinderen,
zo toont de Heer medelijden met wie Hem vrezen.

14 Want Hij weet waarvan wij zijn gemaakt,
Hij houdt in gedachten dat we stof zijn.

15 De mens: zijn dagen zijn als gras;
hij bloeit als een bloem in het veld.

16 De wind gaat eroverheen en hij verdwijnt;
de plek waar hij stond, kent hem niet meer.

17 Maar de barmhartigheid van de Heer
strekt zich uit van eeuwigheid tot eeuwigheid
over wie Hem vrezen
en zijn gerechtigheid over de kinderen van de kinderen,

18 over hen die zijn verbond bewaren,
die naar zijn geboden leven.

19 De Heer heeft in de hemel zijn troon gereedgemaakt:
als koning heerst Hij over alles.

20 Zegen de Heer, al zijn engelen,
jullie, krachtige machten die zijn woord uitvoeren
en gehoor geven aan de woorden die Hij spreekt.

21 Zegen de Heer, al zijn machten,
jullie, zijn dienaren die zijn wil doen.

22 Zegen de Heer, al zijn werken,
op iedere plaats van zijn heerschappij.

Zegen de Heer, mijn ziel.

Ode 9

Kernvers: 9:1a, 9:10a

Mijn ziel verheft de Heer.
Gezegend zij de Heer, de God van Israël.

Lofzang van de Moeder Gods (Magnificat)

1 Mijn ziel verheft de Heer,
mijn geest jubelt over God, mijn redder.

2 Want Hij heeft oog gehad voor mij, zijn minste dienares;
zie, voortaan zullen alle geslachten mij zalig prijzen,

3 ja, de Machtige heeft grote dingen voor mij gedaan;
heilig is zijn naam.

4 Van generatie op generatie is Hij barmhartig
voor wie ontzag voor Hem heeft.

5 Hij toont kracht met zijn arm
en verstrooit wie hoogmoedig zijn in de gedachten van hun hart.

6 Hij stoot machtigen van hun troon,
en verheft de nederigen.

7 Wie honger heeft, verzadigt Hij met goede gaven,
maar rijken stuurt Hij met lege handen weg.

8-9 Hij heeft het opgenomen voor Israël, zijn dienaar,
zoals Hij onze voorouders heeft beloofd:
Hij blijft zijn barmhartigheid indachtig
voor Abraham en zijn nageslacht, tot in eeuwigheid.

Gebed van Zacharias (Benedictus)

10 Gezegend zij de Heer, de God van Israël,
Hij heeft naar zijn volk omgezien en het verlossing gebracht.

11 Hij heeft een hoorn van redding voor ons opgewekt
uit het huis van David, zijn dienaar,

12 zoals hij van oudsher heeft beloofd
bij monde van zijn heilige profeten:

13 bevrijding van onze vijanden,
uit de greep van allen die ons haten.

14 Zo bewijst Hij zijn barmhartigheid voor onze voorouders
en gedenkt Hij zijn heilig verbond,

15 de eed die Hij gezworen had
aan Abraham, onze voorvader:

16 dat wij, onbevreesd,
uit de greep van onze vijanden verlost,

17 Hem toegewijd en oprecht mogen dienen,
al de dagen van ons leven.

18 En jij, mijn kind, zal profeet van de Allerhoogste worden genoemd,
want jij zal voor het aangezicht van de Heer uitgaan om voor Hem de weg te bereiden,

19 om zijn volk kennis te geven over hun redding
door de vergeving van hun zonden.

20 Dankzij de liefdevolle barmhartigheid van onze God,
waarmee de opgaande Zon uit de hoogte naar ons omziet,

21 en schijnt over allen die zich in de duisternis, in de schaduw van de dood bevinden,
kunnen wij onze voeten neerzetten op de weg van de vrede.

Nederlands-Vlaams Bijbelgenootschapv.4.29.1
Volg ons