18Op die dag zullen doven kunnen horen
hoe uit een boek wordt voorgelezen,
en blinden zullen met eigen ogen zien,
bevrijd van donkerte en duisternis.
19Verdrukten zullen weer vreugde vinden in de HEER,
zwakken juichen om de Heilige van Israël.
20Want het is gedaan met de geweldenaar,
voorbij met de spotter.
Ieder die op onrecht zint, zal vergaan:
21wie een ander vals beschuldigt,
wie de rechters in de poort wil verstrikken,
wie het recht van de rechtvaardige schendt
met loze beweringen.
22Daarom – dit zegt de HEER,
die Abraham bevrijd heeft,
over de nakomelingen van Jakob:
Jakob zal niet meer te schande staan,
zijn gezicht niet meer van schaamte verbleken.
23Want wanneer zijn kinderen zien
wat Ik in hun midden heb verricht,
zullen zij mijn naam heiligen,
de heiligheid erkennen van de Heilige van Jakob
en ontzag hebben voor de God van Israël.
24Wie verward was, zal inzicht verwerven,
wie klaagde, laat zich onderrichten.