1Een pelgrimslied.
Naar U sla ik mijn ogen op,
naar U die in de hemel troont.
2Zoals de ogen van een slaaf
de hand van zijn heer volgen,
en de ogen van een slavin
de hand van haar meesteres,
zo volgen onze ogen
de HEER, onze God,
tot Hij ons genadig wil zijn.
3Wees genadig, HEER, wees ons genadig,
wij worden veracht, meer dan te dragen is.
4Meer dan onze ziel kan dragen
raakt ons de achteloze spot,
de hoogmoed van onverschilligen.