Nederlands-Vlaams Bijbelgenootschap

Dag 2 | Zwangerschap en geboorte

Bijbeltekst(en)

Matteüs 1

18De afkomst van Jezus Christus was als volgt. Toen zijn moeder Maria al was uitgehuwelijkt aan Jozef maar nog niet bij hem woonde, bleek ze zwanger te zijn door de heilige Geest. 19Haar man Jozef, die een rechtschapen mens was, wilde haar niet in opspraak brengen en dacht erover haar in stilte te verstoten. 20Toen hij dit overwoog, verscheen hem in een droom een engel van de Heer, die zei: ‘Jozef, zoon van David, wees niet bang je vrouw Maria bij je te nemen, want het kind dat ze draagt is verwekt door de heilige Geest. 21Ze zal een zoon baren. Geef Hem de naam Jezus, want Hij zal zijn volk bevrijden van hun zonden.’ 22Dit alles is gebeurd omdat in vervulling moest gaan wat bij monde van de profeet door de Heer is gezegd: 23‘De maagd zal zwanger zijn en een zoon baren, en men zal Hem de naam Immanuel geven,’ wat in onze taal betekent: ‘God is met ons’. 24Jozef werd wakker en deed wat de engel van de Heer hem had opgedragen: hij nam zijn vrouw bij zich, 25maar hij had geen gemeenschap met haar voordat ze haar zoon gebaard had. En hij gaf Hem de naam Jezus.

Matteüs 1:18-25NBV21Open in de Bijbel

De stamboom van Jezus noemt steeds mannen die de toekomst van het volk Israël vertegenwoordigen. Tegelijkertijd wordt het mannelijke vermogen om een zoon te verwekken gerelativeerd door het inzicht dat het God is die het nieuwe leven schenkt. Abraham, David en Jozef zijn allemaal oud of onmachtig om een kind te verwekken, maar moeten accepteren dat God de toekomst in handen heeft.

Jezus krijgt twee namen: Jezus, wat betekent ‘God verlost’, en Immanuel, wat betekent ‘God met ons’. Deze namen verwijzen naar de profetieën van Jesaja, die de geboorte van een zoon aankondigen als een teken van hoop voor Israël. De naam Immanuel komt ook terug aan het einde van het Matteüs-evangelie, waar Jezus belooft om bij zijn leerlingen te zijn tot het einde der tijden.
Matteüs legt zo een verband tussen de geboorte van Jezus en de geschiedenis van Israël, en benadrukt dat Jezus de beloofde zoon is die het volk zal bevrijden van hun zonden en die God zelf aanwezig maakt in de wereld.

Jezus wordt hier neergezet wordt als een toekomstig heerser, iemand die in dezelfde categorie valt als keizers en andere heersers. Wat betekent dat voor je beeld van Jezus?

Wat verwacht je van een echte heerser en hoe verhoudt dat zich tot de betekenis van Jezus’ namen?

Nederlands-Vlaams Bijbelgenootschapv.4.23.1
Volg ons