Nederlands-Vlaams Bijbelgenootschap

Zondag 21 maart

Bijbeltekst(en)

Johannes 12

Jezus spreekt over zijn dood

20Nu was er ook een aantal Grieken naar het feest gekomen om God te aanbidden. 21Zij gingen naar Filippus uit Betsaïda in Galilea, en vroegen of ze Jezus konden zien. 22Filippus ging dat tegen Andreas zeggen en samen gingen ze naar Jezus. 23Jezus zei: ‘De tijd is gekomen dat de Mensenzoon tot majesteit wordt verheven. 24Werkelijk, Ik verzeker u, als een graankorrel niet in de aarde valt en sterft, blijft het één graankorrel, maar wanneer hij sterft brengt hij veel vruchten voort. 25Wie zich aan zijn leven vastklampt, verliest het, maar wie in deze wereld zijn leven loslaat, behoudt het voor het eeuwige leven. 26Wie Mij dient moet Mij volgen: waar Ik ben zal ook mijn dienaar zijn, en wie Mij dient zal door de Vader geëerd worden.

27Nu slaat de angst Mij om het hart. Wat moet Ik zeggen? Vader, laat dit ogenblik aan Mij voorbijgaan? Maar hiervoor ben Ik juist gekomen. 28Laat nu zien hoe groot uw naam is, Vader.’ Toen klonk er een stem uit de hemel: ‘Ik heb mijn grootheid getoond en Ik zal mijn grootheid weer tonen.’ 29De mensen die daar stonden en dit hoorden, zeiden: ‘Een donderslag!’ Maar er waren er ook die zeiden dat het een engel was die tegen Hem gesproken had. 30Jezus zei: ‘Die stem heeft niet voor Mij gesproken, maar voor u. 31Nu wordt het oordeel over deze wereld geveld, nu zal de heerser van deze wereld uitgebannen worden. 32Wanneer Ik van de aarde omhooggeheven word, zal Ik iedereen naar mij toe halen.’ 33Daarmee duidde Hij aan welke dood Hij zou sterven.

Johannes 12:20-33NBV21Open in de Bijbel

LECTIO
Alleen bij Johannes lezen we over het bezoek van de Grieken. In het evangelie volgens Johannes gaat Jezus Jeruzalem binnen, omringd door een grote menigte mensen die Hem prijzen terwijl Hijde stad binnengaat.
In die menigte zijn ook enkele Grieken die Jezus willen ontmoeten. Zij vragen aan Filippus, een van de apostelen, of hij een persoonlijk gesprek met Jezus voor hen kan regelen. Hun verzoek laat Jezus niet koud; Hij herinnert hen eraan dat Hij er is voor mensen van alle volken.

Het leek erop dat Jezus de ster van de dag was op dat moment, maar Jezus zelf wist maar al te goed dat deze schijntriomf snel zou veranderen in bittere vernedering en ondraaglijke pijn. Binnen enkele dagen zou diezelfde menigte luidkeels zijn kruisiging eisen, en zelfs zijn beste vriend zou Hem verraden. Het hele verhaal vind je in Johannes 17-19.

Dat Jezus op dat moment bij zijn leerlingen zachtjes blijk geeft van zijn innerlijke tweestrijd, herinneren zij zich pas na zijn dood. Terwijl Jezus spreekt over zijn periode van lijden komt God tussenbeide met een hoorbare stem uit de hemel (vers 28). Het blijkt dat sommige mensen de stem hebben gehoord, terwijl anderen dachten dat het onweer was. Jezus maakt in vers 30 duidelijk dat Gods woorden meer in het belang van de mensen waren bedoeld, dan om Jezus zelf gerust te stellen.

MEDITATIO
Op welke manier verwijst Jezus in dit tekstgedeelte naar zijn naderende kruisdood? Jezus noemt ook het belangrijkste principe dat in zijn leven een leidraad voor Hem is geweest. Wat is dit principe volgens jou?

Naar wie verwijst Jezus wanneer Hij zegt dat de ‘heerser van deze wereld uitgebannen wordt’ (vers 31)?

Op welke manier dien en volg jij Jezus? Hoe beïnvloedt het dienen en volgen van Jezus je manier van denken en handelen?

ORATIO
Jezus belooft dat Hij alle mensen naar zich toe zal trekken wanneer Hij aan het kruis wordt gehangen (vers 32). Heb je al meegemaakt dat Jezus jou dichter naar Hem toe trok? Soms kan deze innige nabijheid van zijn grote liefde overweldigend zijn of zelfs beangstigend. Vraag aan Jezus of Hij je wil helpen om Hem lief te hebben en te vertrouwen, zoals Hij zo duidelijk de Vader liefheeft en vertrouwt.

Gebruik de woorden van Psalm 51, specifiek vers 12, als jouw dagelijkse gebed voor deze week:

‘Schep, o God, een zuiver hart in mij, vernieuw mijn geest, maak mij standvastig.’

CONTEMPLATIO
Wees stil in Gods aanwezigheid. Wat denk je dat God jou vandaag wil zeggen met deze Bijbeltekst?

 

ONDERSTEUNENDE BijbelTEKSTEN
Jeremia 31:31-34; Psalm 51:1-2, 10-13; Hebreeën 5:7-10

Nederlands-Vlaams Bijbelgenootschapv.4.25.3
Volg ons