Nederlands-Vlaams Bijbelgenootschap

Jezus’ dood was niet het einde

Bijbeltekst(en)

Met Christus gestorven, dood voor de zonde

1Betekent dit nu dat we moeten blijven zondigen om de genade te laten toenemen? 2Dat in geen geval. Hoe zouden wij, die dood zijn voor de zonde, nog in zonde kunnen leven? 3Weet u niet dat wij die gedoopt zijn in Christus Jezus, zijn gedoopt in zijn dood? 4We zijn door de doop in zijn dood met Hem begraven om, zoals Christus door de macht van de Vader uit de dood is opgewekt, een nieuw leven te leiden. 5Als wij delen in zijn dood, zullen wij ook delen in zijn opstanding. 6Immers, we weten dat ons oude bestaan met Hem gekruisigd is omdat er een einde moest komen aan ons zondige leven: we mochten niet langer slaven van de zonde zijn. 7Wie gestorven is, is rechtens vrij van de zonde. 8Wanneer wij met Christus zijn gestorven, geloven we dat we ook met Hem zullen leven, 9omdat we weten dat Christus, nu Hij is opgewekt uit de dood, niet meer sterft: de dood heeft geen macht meer over Hem. 10Door zijn sterven is Hij voor eens en altijd dood voor de zonde; en nu Hij leeft, leeft Hij voor God. 11Zo moet ook u uzelf zien: dood voor de zonde, maar in Christus Jezus levend voor God. 12Laat de zonde dus niet heersen over uw sterfelijke bestaan, geef niet toe aan uw begeerten. 13Stel uzelf niet langer in dienst van de zonde als een werktuig voor het onrecht, maar juist in dienst van God, als levenden die uit de dood zijn opgewekt. Stel uzelf in dienst van God als een werktuig voor de gerechtigheid. 14De zonde mag niet langer over u heersen, want u staat niet onder de wet, maar leeft onder de genade.

Romeinen 6:1-14NBV21Open in de Bijbel

We zijn door de doop in zijn dood met Hem begraven om, zoals Christus door de macht van de Vader uit de dood is opgewekt, een nieuw leven te leiden. Romeinen 6:4

Jezus’ dood was niet het einde. Toen het kwaad leek te zegevieren, overwon Jezus de macht van dood en verderf. Door dood en vernedering heen bracht God Hem in het leven terug en gaf Hem de hoogste hemelse positie.

Pasen staat bekend als het feest van de opstanding. Toch is dat niet waar de evangelisten de nadruk op leggen. Ze vertellen niet wat er met Jezus gebeurde in de vroege ochtend. We horen alleen het getuigenis van de hemelse boodschappers. Een feest was het ook al niet. Pasen begon als een dag van verdriet en verwarring. De leerlingen maken die dag een proces door van ongeloof naar geloof. Het feest is pas ’s avonds. Pasen vieren vraagt om de bereidheid om een omslag door te maken: te geloven dat degene die voor je ogen is gekruisigd is opgestaan. De totale mislukking is tóch een overwinning.

Jezus’ opstanding heeft effect op zijn volgelingen, en mag ook bij ons een verandering teweegbrengen. Wij zijn geroepen om met Christus op te staan in een nieuwe werkelijkheid. Het betekent: je oude leven achterlaten, het leven voor jezelf, eigen succes en ambities, zodat je in vrijheid kunt leven voor God. Het betekent ook: Christus volgen in de strijd tegen het kwaad. Zelfzucht, machtsbelustheid, ziekte, eenzaamheid en uitsluiting zijn er nog steeds. We hebben vaak het gevoel vast te zitten in een systeem dat niet deugt. Wie zich verzet tegen het kwaad, betaalt een prijs. Je eigen belang wegcijferen, anderen dienen, verdrukten bijstaan, bevrijding brengen: het staat op gespannen voet met een comfortabel leven. We zijn goed in mooie woorden: ‘een menswaardig bestaan voor iedereen’, ‘goed voor natuur en milieu’, ‘een eerlijke samenleving’ – maar de zelfopoffering die daarvoor nodig is, valt ons soms zwaar.

De wereld waarin we leven, lijkt vanzelfsprekend en onveranderlijk. Jezus wijst een andere weg. Hij opent onze ogen voor Gods wereld: een wereld die blijvender is dan alles om ons heen. Kiezen voor Gods werkelijkheid vraagt offers. Het paasverhaal vertelt dat die offers geen nederlaag zijn, maar een overwinning.

Wat laat jij na deze veertigdagentijd achter om echt te kiezen voor Gods werkelijkheid?

Nederlands-Vlaams Bijbelgenootschapv.4.18.14
Volg ons