Nederlands-Vlaams Bijbelgenootschap

Je enige, van wie je zoveel houdt

Bijbeltekst(en)

11Niet lang daarna ging Jezus naar een stad die Naïn heet, en zijn leerlingen en een grote menigte gingen met Hem mee. 12Toen Hij de poort van de stad naderde, werd er net een dode naar buiten gedragen, de enige zoon van een vrouw die ook al weduwe was. Een groot aantal mensen vergezelde haar. 13Toen de Heer haar zag, kreeg Hij medelijden met haar en zei: ‘Weeklaag niet meer.’ 14Hij kwam dichterbij, raakte de lijkbaar aan – de dragers bleven stilstaan – en zei: ‘Jongeman, Ik zeg je: sta op!’ 15De dode richtte zich op en begon te spreken, en Jezus gaf hem terug aan zijn moeder. 16Allen werden vervuld van ontzag en loofden God met de woorden: ‘Een groot profeet is onder ons opgestaan,’ en: ‘God heeft zich over zijn volk ontfermd!’ 17Het nieuws over Hem verspreidde zich in heel Judea en in de wijde omtrek.

Lucas 7:11-17NBV21Open in de Bijbel

(…) de enige zoon van een vrouw die ook al weduwe was. Lucas 7:12a

Ze was weduwe. Het verdriet is in haar leven gekomen. Ze moest alleen verder. Het is hard om weduwe te worden. Altijd thuiskomen in het lege huis. Niet meer de gewone dingen ervaren van elke dag, waarbij je samen was. Er alleen voor staan in je beslissingen. Geen weg weten met de dingen die je man altijd regelde. Afhankelijk zijn van de hulp van anderen. Verdriet van weduwen, zo veel en zo erg.

God heeft Israël geleerd om naar weduwen om te zien; ze zijn kwetsbare vrouwen. Neem het voor hen op. Zoals Hij het voor hen opneemt. De zorg voor weduwen hoort bij de grondregels van Gods volk. De praktijk was vaak anders. Jezus’ gelijkenissen zijn uit het leven gegrepen, zoals die over de weduwe die zelf haar zaken maar moest regelen bij de rechter (Lucas 18:1-8). Niemand die haar hielp. Als weduwe heb je geen macht – dus heeft de rechter er geen belang bij jou te helpen, zolang je hem niet publiekelijk in het gezicht slaat. Zie je recht maar eens te krijgen in een harde maatschappij. De zwakken beginnen altijd met een flinke achterstand, toen en nu. Zo herkenbaar.

Gelukkig heeft ze een zoon. Hij is haar enige, van wie zij zoveel houdt (Genesis 22:2). Straks kan hij het voor haar opnemen. Hij was haar alles, en dat is hij nog meer geworden na de dood van haar man. Haar zoon zal haar straks beschermen en een thuis geven in zijn huis.

De enige zoon van een vrouw die al weduwe was, is nu dood. Hij wordt uitgedragen. Ze zijn al bij de poort. Ze staan op het punt de stad uit te gaan. Hij hoort er niet meer bij, hij zal worden opgesloten in een graf. Straks gaat ze alleen naar huis. Door de poort de stad weer in, die nooit meer haar thuis zal zijn.

Jezus zag haar. De eerste die Hij zag, was niet die dode jongen, maar deze vrouw. Medelijden. Stoppen. De dragers stonden stil. Dit kan zo niet verdergaan. Zal de dood moeder en zoon voorgoed scheiden? Jezus denkt daar anders over.

Waarom zou God Israël hebben opgedragen in het bijzonder om te zien naar weduwen?

Nederlands-Vlaams Bijbelgenootschapv.4.18.14
Volg ons