De ommekeer van Zacheüs
Bijbeltekst(en)
Lucas 19
‘Luister, Heer, de helft van mijn bezittingen zal ik aan de armen geven, en als ik iemand iets heb afgeperst, zal ik het viervoudig vergoeden.’ Lucas 19:8b
Pas aan het einde van zijn relaas geeft Lucas Zacheüs het woord. De belastinginner richt zich tot Jezus, vermoedelijk op het ogenblik dat Hij diens woning gaat verlaten: ‘Luister, Heer, de helft van mijn bezittingen zal ik aan de armen geven, en als ik iemand iets heb afgeperst, zal ik het viervoudig vergoeden.’ Deze zin is geconstrueerd als een mededeling, als nieuwe informatie die Zacheüs geeft aan Jezus. Het is geen samenvatting van wat beiden al zouden hebben afgesproken. Nog minder is het een schoorvoetend compromis dat Zacheüs node zou hebben aanvaard. Het klinkt veeleer als een persoonlijk engagement dat Zacheüs op eigen initiatief aangaat. Hij verlangt dat zijn nieuwe vriend Jezus weet waartoe hun ontmoeting heeft geleid.
Zacheüs maakt zich los van zijn reputatie. Hij is niet bang meer voor het gemor en de verontwaardiging van de toehoorders. Hij verbergt zich niet langer in een vijgenboom. Hij gaat staan om Jezus en de omstanders toe te spreken. Als bevrijd man neemt hij verantwoordelijkheid voor zijn voorbije wangedrag. Niet op een goedkope of makkelijke wijze. Wel met dezelfde grootmoedigheid als hij net ervaren heeft in zijn samenzijn met Jezus.
De lezer krijgt de indruk dat Zacheüs haast heeft zijn om voornemen ten uitvoer te brengen. Deze aankondiging lijkt pas het eerste luik van een ruimere levenshervorming die Zacheüs zal doorvoeren.
Zacheüs verlangde Jezus te zien. Jezus zelf was actief op zoek naar wie verloren was. Ze hebben elkaar ontmoet. Zacheüs heeft zich laten vinden. Hij heeft toegelaten dat de overdaad van Gods genade naar hem toe kwam. Meer dan waarschijnlijk had hij in de verste verte niet kunnen vermoeden waartoe die ontmoeting hem zou leiden.
Zacheüs is bekeerd. Is hij iemand anders geworden? Ik denk het niet. Jezus heeft hem verlost van alles wat hem belette ‘zoon van Abraham’ te zijn, voluit mens. De ontmoeting met Jezus doet de tollenaar herboren worden tot wie hij ten diepste is. Hij heeft nu zijn werkelijke identiteit gevonden. Alles wijst erop dat Zacheüs van een eenzaam, ongelukkig man zal uitgroeien tot een gelukkig mens die kan leven met en voor anderen.
Is er iets in je leven waarin je verlangt naar verandering? Wat houdt je tegen?