Beslissende maaltijd
Bijbeltekst(en)
Matteüs 26
In Getsemane
‘Ik ben het toch niet, rabbi?’ Matteüs 26:25b
Al drie jaar trekt Judas met Jezus op. Opnieuw gaat Jezus met zijn leerlingen naar Jeruzalem om het pesachfeest te vieren. Al drie keer heeft Jezus verteld dat Hij, de Mensenzoon, in Jeruzalem zal sterven en opstaan. De spanning stijgt. Ook bij Judas. Hij begrijpt steeds minder van Jezus. Hij ergert zich als een vrouw een heel flesje peperdure nardusolie over zijn voeten uitgiet. Had die nardusolie niet beter verkocht kunnen worden zodat ze het geld aan de armen had kunnen geven? Jezus neemt het op voor de vrouw en duidt haar daad als voorbereiding op zijn dood. Johannes merkt hierbij op dat Judas niet bezorgd is over de armen, maar dat hij een dief is die uit de kas steelt (Johannes 12:5-6).
Bij Judas knapt er iets. Hij kan Jezus niet langer zijn gang laten gaan. Er moet iets gebeuren. Hij wendt zich tot het geestelijk gezag, de hogepriester. Die moet zich maar over Jezus ontfermen. Voor een schamele dertig zilverlingen zal Judas Jezus aan hem uitleveren.
Een paar dagen later raakt Judas het spoor van Jezus helemaal bijster. Tijdens de pesachmaaltijd, de maaltijd van bevrijding uit de slavernij, spreekt Jezus over het lijden en sterven dat Hem te wachten staat. Zijn lichaam zal worden gebroken en zijn bloed zal worden vergoten. En iemand van hen zal Hem uitleveren. De leerlingen reageren verschrikt. Bezorgd vragen ze: ‘Ik toch niet, Heer?’ Ook Judas is geschokt. Zeker als Jezus eraan toevoegt dat iemand van hen Hem moet uitleveren, maar wee degene die dit zal doen. ‘Ik ben het toch niet, rabbi?’ zo vraagt hij. Doelt Jezus op hem? Op de deal die hij zojuist met de hogepriester gesloten heeft?
Voor Judas is de maat vol. Hij moet nu wel ingrijpen. Johannes schrijft: ‘Judas nam het brood aan en ging meteen weg. Het was nacht’ (Johannes 13:30).
Wat dreef Judas? Waarom moest hij na het laatste avondmaal ingrijpen? Zou het zijn omdat Jezus hem – zijn visie op de dingen van Gods koninkrijk – moest volgen, in plaats van dat hij Jezus volgde? Wie dat pad inslaat, komt in een donkere nacht terecht.
Ken jij mensen die het geloof in Jezus vaarwel hebben gezegd? Wat heeft hen bewogen, denk je?