Nederlands-Vlaams Bijbelgenootschap

8 maart – Alles anders

Bijbeltekst(en)

Rein en onrein

1Ook de farizeeën en enkele van de schriftgeleerden die uit Jeruzalem waren gekomen, hielden zich in zijn nabijheid op. 2En toen ze zagen dat sommige leerlingen brood aten met onreine handen, dat wil zeggen, met ongewassen handen 3(de farizeeën en alle andere Joden eten namelijk pas als ze hun handen gewassen hebben, omdat ze zich aan de traditie van hun voorouders houden, 4en als ze van de markt komen, eten ze pas als ze zich helemaal gewassen hebben, en er zijn nog allerlei andere tradities waaraan ze zich houden, zoals het schoonmaken van bekers, kruiken, ketels en bedden), 5toen vroegen de farizeeën en de schriftgeleerden Hem: ‘Waarom houden uw leerlingen zich niet aan de tradities van onze voorouders en eten ze hun brood met onreine handen?’ 6Maar Hij antwoordde: ‘Hoe treffend is de profetie die Jesaja heeft uitgesproken over huichelaars als u! Er staat immers geschreven:

“Dit volk eert Mij met de lippen,

maar hun hart is ver van Mij;

7tevergeefs vereren ze Mij,

want wat ze onderwijzen

zijn voorschriften van mensen.”

8De geboden van God geeft u op, maar aan tradities van mensen houdt u vast.’ 9En Hij vervolgde: ‘Mooi is dat, hoe u Gods geboden ongeldig maakt om uw eigen tradities te kunnen onderhouden! 10Heeft Mozes niet gezegd: “Toon eerbied voor uw vader en uw moeder”, en ook: “Wie zijn vader of moeder vervloekt, moet ter dood gebracht worden”? 11Maar u leert dat iemand tegen zijn vader of moeder mag zeggen: “Alles wat van mij is en voor u van nut had kunnen zijn is korban,”’ (wat ‘offergave’ betekent) 12‘waarmee u hem niet toestaat nog iets voor zijn vader of moeder te doen, 13en zo ontkracht u het woord van God door de tradities die u doorgeeft; en u doet nog veel meer van dit soort dingen.’ 14Nadat Hij de menigte weer bij zich had geroepen, zei Hij: ‘Luister allemaal naar Mij en kom tot inzicht. 15Niets dat van buitenaf in de mens komt kan hem onrein maken, het zijn de dingen die uit de mens naar buiten komen die hem onrein maken.’

17Toen Hij een huis was binnengegaan, weg van de menigte, vroegen zijn leerlingen Hem om uitleg over deze uitspraak. 18Hij zei tegen hen: ‘Begrijpen ook jullie het dan nog niet? Zien jullie dan niet in dat niets dat van buitenaf in de mens komt, hem onrein kan maken 19omdat het niet in zijn hart, maar in zijn maag komt en in de beerput weer verdwijnt?’ Zo verklaarde Hij alle spijzen rein. 20Hij zei: ‘Wat uit de mens komt, dat maakt hem onrein. 21Want van binnenuit, uit het hart van de mensen, komen slechte gedachten, ontucht, diefstal, moord, 22overspel, hebzucht, kwaadaardigheid, bedrog, losbandigheid, afgunst, laster, hoogmoed, dwaasheid; 23al deze slechte dingen komen van binnenuit, en die maken de mens onrein.’

Marcus 7:1-23NBV21Open in de Bijbel

Jezus brengt de religieuze leiders behoorlijk in de war. Hij doet de dingen iedere keer weer net anders dan zij verwachten, ook in deze tekst.

In de tijd van Jezus waren er veel regels over wat rein was, en wat onrein. Het boek Leviticus staat er vol mee, en later maakten de religieuze leiders nog veel meer regels. Alles wat je in het dagelijks leven deed, werd door die regels verbonden met het geloof in God.

In dit verhaal zijn de religieuze leiders boos omdat de leerlingen van Jezus zich niet aan de regels houden. Maar Jezus maakt duidelijk dat een regel nooit belangrijker mag worden dan God zelf, of de zorg voor de mensen om je heen. Uiteindelijk gaat het om je bedoelingen. Volg je een regel alleen omdat het een regel is? Of omdat je het eens bent met de gedachte die erachter zit?

Let er vandaag eens op welke regels je volgt, en waarom.

Nederlands-Vlaams Bijbelgenootschapv.4.21.9
Volg ons