Nederlands-Vlaams Bijbelgenootschap

27 februari – Van onbegrip naar gegrepen zijn

Bijbeltekst(en)

21En Hij zei: ‘Je pakt toch geen lamp om hem onder een korenmaat te zetten of onder een bed weg te bergen? Nee, je zet hem op een standaard. 22Alles wat verborgen is, moet openbaar worden gemaakt, en alles wat geheim is, moet aan het licht komen. 23Wie oren heeft om te horen, moet goed luisteren!’

24Hij zei ook tegen hen: ‘Let goed op wat je hoort: met de maat waarmee je meet, zal jou de maat genomen worden, en er zal je zelfs meer worden toebedeeld. 25Want wie heeft zal nog meer krijgen; maar wie niets heeft, hem zal zelfs het laatste worden ontnomen.’

26En Hij zei: ‘Het is met het koninkrijk van God als met een mens die zaad uitstrooit op de aarde: 27hij slaapt en staat weer op, dag in dag uit, terwijl het zaad ontkiemt en opschiet, ook al weet hij niet hoe. 28De aarde brengt uit zichzelf vrucht voort, eerst de halm, dan de aar, en dan het rijpe graan in de aar. 29Maar zo gauw het graan het toelaat, slaat hij er de sikkel in, omdat het tijd is voor de oogst.’

30En Hij zei: ‘Waarmee kunnen we het koninkrijk van God vergelijken en door welke gelijkenis kunnen we het voorstellen? 31Het is als een zaadje van de mosterdplant, het kleinste van alle zaden op aarde wanneer het gezaaid wordt. 32Maar als het na het zaaien opschiet, wordt het het grootste van alle planten en krijgt het grote takken, zodat de vogels van de hemel in zijn schaduw kunnen nestelen.’

33Met zulke en andere gelijkenissen verkondigde Hij hun Gods boodschap, voor zover ze die konden begrijpen; 34Hij sprak uitsluitend in gelijkenissen tegen hen, maar wanneer Hij alleen was met zijn leerlingen, verklaarde Hij hun alles.

Geloof en ongeloof

35Aan het eind van die dag, toen het avond was geworden, zei Hij tegen hen: ‘Laten we het meer oversteken.’ 36Ze lieten de menigte achter en namen Hem mee in de boot waarin Hij al zat, en voeren samen met de andere boten het meer op. 37Er stak een hevige storm op en de golven beukten tegen de boot, zodat die vol water kwam te staan. 38Maar Hij lag achter in de boot op een kussen te slapen. Ze maakten Hem wakker en riepen: ‘Meester, kan het U niet schelen dat we vergaan?’ 39Toen Hij wakker geworden was, sprak Hij de wind bestraffend toe en zei tegen het water: ‘Zwijg! Wees stil!’ De wind ging liggen en het water kwam helemaal tot rust. 40Hij zei tegen hen: ‘Waarom zijn jullie zo angstig? Geloven jullie nog steeds niet?’ 41Ze werden bevangen door grote schrik en zeiden tegen elkaar: ‘Wie is Hij toch, dat zelfs de wind en het water Hem gehoorzamen?’

Marcus 4:21-41NBV21Open in de Bijbel

Weer laat Marcus zien hoe moeilijk Jezus te begrijpen is voor de mensen die naar Hem luisteren. Nog steeds legt Jezus zijn belangrijkste lessen pas uit als zijn publiek weg is en alleen zijn leerlingen overblijven. Maar zelfs zij vragen zich af: ‘Wie is deze man?’ Jezus’ boodschap én zijn macht en wonderen blijven voor onbegrip zorgen. Maar Jezus spreekt ook over een tijd dat alles duidelijker zal worden: alles moet zichtbaar en bekend worden. Die tijd komt als je Jezus volgt en doet wat Hij zegt. Dat dat niet altijd makkelijk is, zie je aan de leerlingen. Maar wie – net als zij – Jezus blijft volgen, zal uiteindelijk thuiskomen in Gods nieuwe wereld.

Wat vind jij moeilijk te begrijpen aan Jezus?

Nederlands-Vlaams Bijbelgenootschapv.4.21.9
Volg ons