Nederlands-Vlaams Bijbelgenootschap

18 maart – Dag 26 | Naar de hel?!

Bijbeltekst(en)

42Wie een van de geringe mensen die in Mij geloven ten val brengt, zou beter af zijn als hij met een molensteen om zijn nek in zee gegooid werd. 43Als je hand je ten val brengt, hak hem dan af: je kunt beter verminkt het leven binnengaan dan in het bezit van twee handen naar de Gehenna gaan, naar het onblusbare vuur. 45Als je voet je ten val brengt, hak hem dan af: je kunt beter kreupel het leven binnengaan dan in het bezit van twee voeten in de Gehenna geworpen worden. 47En als je oog je ten val brengt, ruk het dan uit: je kunt beter met één oog het koninkrijk van God binnengaan dan in het bezit van twee ogen in de Gehenna geworpen worden, 48waar de wormen blijven knagen en het vuur niet dooft.

49Iedereen moet met vuur gezouten worden. 50Zout is goed! Maar als het zout zijn kracht verliest, hoe zul je het zijn kracht dan teruggeven? Zorg dat jullie het zout in jezelf niet verliezen en bewaar onder elkaar de vrede.’

Twistgesprek met farizeeën

1Hij vertrok daarvandaan naar Judea en het gebied aan de overkant van de Jordaan, en de mensen verzamelden zich weer in groten getale om Hem heen; Hij onderwees hen zoals Hij gewoon was te doen. 2Er kwamen ook farizeeën op Hem af. Ze vroegen Hem of een man zijn vrouw mag verstoten. Zo wilden ze Hem op de proef stellen. 3Hij vroeg hun: ‘Hoe luidt het voorschrift van Mozes?’ 4Ze zeiden: ‘Mozes heeft de man toegestaan een scheidingsbrief te schrijven en haar te verstoten.’ 5Jezus zei tegen hen: ‘Hij heeft u dat voorgeschreven omdat u halsstarrig bent. 6Maar al bij het begin van de schepping heeft God de mens mannelijk en vrouwelijk gemaakt; 7daarom zal een man zich losmaken van zijn vader en moeder en zich hechten aan zijn vrouw, 8en die twee zullen één lichaam zijn, ze zijn dus niet langer twee, maar één. 9Wat God heeft verbonden, mag een mens niet scheiden.’

10In huis stelden de leerlingen Hem hier weer vragen over. 11Hij zei tegen hen: ‘Wie zijn vrouw verstoot en met een ander trouwt, pleegt overspel; 12en als zij haar man verstoot en met een ander trouwt, pleegt zij overspel.’

Marcus 9:42-10:12NBV21Open in de Bijbel

Wat een harde woorden spreekt Jezus hier weer uit! ‘Stel dat je hand iets slechts doet, iets dat jou weghaalt bij God. Hak je hand dan af. Beter met één hand naar het eeuwige leven, dan met twee handen naar de hel, waar het vuur nooit uitgaat.’ Bedoelt Jezus dat letterlijk? Nee, maar wel heel serieus.
Jezus geeft zijn luisteraars hier een keuze. Wat vind je meer waard: je hand/je voet/je oog, of een plaats in Gods nieuwe wereld? Als er dingen zijn die jou bij God weg kunnen houden, moet je die dingen wegdoen. Zelfs als het dingen zijn waarvan je denkt dat je er niet zonder kan.

Probeer vandaag eens te bedenken welke dingen jou kunnen afhouden van een leven met God. Hoe kun je daar afscheid van nemen?

Nederlands-Vlaams Bijbelgenootschapv.4.19.2
Volg ons