Nederlands-Vlaams Bijbelgenootschap

Zondag 5 april – Palmzondag

Bijbeltekst(en)

Intocht in Jeruzalem

1Toen ze Jeruzalem naderden en bij Betfage op de Olijfberg kwamen, stuurde Jezus twee leerlingen eropuit 2met de opdracht: ‘Ga naar het dorp dat daar ligt. Zodra je het binnenkomt, zul je een ezelin vinden die daar vastgebonden staat met haar veulen. Maak de dieren los en breng ze bij Me. 3En als iemand jullie iets vraagt, antwoord dan: “De Heer heeft ze nodig.” Dan zul je ze meteen meekrijgen.’ 4Dit is gebeurd omdat in vervulling moest gaan wat door de profeet gezegd is: 5‘Zeg tegen vrouwe Sion: “Kijk, je koning is in aantocht, Hij is zachtmoedig en rijdt op een ezelin en op een veulen, het jong van een lastdier.”’

6De leerlingen gingen op weg en deden wat Jezus hun had opgedragen. 7Ze brachten de ezelin en het veulen mee, legden er mantels overheen en Jezus ging erop zitten. 8Vanuit de menigte spreidden velen hun mantels op de weg uit, anderen braken takken van de bomen en spreidden die uit op de weg. 9De talloze mensen die voor Hem uit liepen en achter Hem aan kwamen, riepen luidkeels: ‘Hosanna voor de Zoon van David! Gezegend Hij die komt in de naam van de Heer. Hosanna in de hoogste hemel!’

10Toen Hij Jeruzalem binnenging, raakte de hele stad in rep en roer. ‘Wie is die man?’ wilde men weten. 11Uit de menigte werd geantwoord: ‘Dat is Jezus, de profeet uit Nazaret in Galilea.’ 12Jezus ging de tempel binnen en joeg iedereen weg die daar iets kocht of verkocht. Hij gooide de tafels van de geldwisselaars en de stoelen van de duivenverkopers omver 13en riep hun toe: ‘Er staat geschreven: “Mijn huis moet een huis van gebed zijn,” maar jullie maken er een rovershol van!’

14Toen kwamen er in de tempel blinden en verlamden naar Hem toe, en Hij genas hen. 15De hogepriesters en de schriftgeleerden zagen welke wonderen Hij verrichtte en hoorden hoe de kinderen in de tempel ‘Hosanna voor de Zoon van David!’ riepen, en ze waren hoogst verontwaardigd. 16Ze vroegen Hem: ‘Hoort U wat ze zeggen?’ En Jezus antwoordde hun: ‘Jazeker! Hebt u dan nooit gelezen: “Door de mond van kinderen en zuigelingen hebt U zich lof laten toezingen”?’ 17Zo liet Hij hen staan, en Hij ging de stad uit, naar Betanië, waar Hij de nacht doorbracht.

Matteüs 21:1-17NBV21Open in de Bijbel

Eerder in het Matteüs-evangelie zijn al verschillende antwoorden gegeven op de vraag wie Jezus is. Daarbij gebruikt Matteüs een tekst uit de joodse heilige boeken. Steeds weer benadrukt hij dat Jezus het antwoord is op de hoop van de mensen in zijn tijd. Maar vaak gaat het ook net een beetje anders dan zij verwachten. Vandaag trekt Jezus naar Jeruzalem als de zachtmoedige koning die in Zacharia 9:9 wordt aangekondigd. Volgens Zacharia zal deze koning alle vijanden uit Jeruzalem verdrijven. Maar Jezus neemt het niet op met de Romeinen. Nee, hij gaat naar de tempel om daar orde op zaken te stellen. Eerst moet de afstand tussen God en zijn volk overbrugd worden. Dan pas kan er echte vrede komen, ook met andere volken.

Vraag: Wat is volgens u nodig om van een kerk of een ander gebouw een ‘huis van gebed’ te maken?

Nederlands-Vlaams Bijbelgenootschapv.4.21.9
Volg ons