Nederlands-Vlaams Bijbelgenootschap

Dinsdag 16 april

Bijbeltekst(en)

Johannes 18

15Simon Petrus kwam met een andere leerling achter Jezus aan. Deze andere leerling kende de hogepriester en ging met Jezus het paleis van de hogepriester in, 16maar Petrus bleef buiten bij de poort staan. Daarop kwam de andere leerling, de kennis van de hogepriester, weer naar buiten; hij sprak met de portierster en nam Petrus mee naar binnen. 17Het meisje sprak Petrus aan: ‘Ben jij soms ook een leerling van die man?’ ‘Nee, ik niet,’ zei hij. 18De knechten en de gerechtsdienaars stonden zich te warmen bij een vuur dat ze hadden aangelegd omdat het koud was; ook Petrus ging zich erbij staan warmen.

19De hogepriester ondervroeg Jezus over zijn leerlingen en over zijn leer. 20Jezus zei: ‘Ik heb in het openbaar tot de wereld gesproken. Ik heb steeds onderricht gegeven op plaatsen waar de Joden bij elkaar komen, in synagogen en in de tempel, en nooit heb Ik iets in het geheim gezegd. 21Waarom ondervraagt u Mij? Vraag het toch aan de mensen die Mij gehoord hebben, zij weten wat Ik gezegd heb.’ 22Toen Jezus dat zei, gaf een van de dienaren die erbij stonden Hem een klap in het gezicht: ‘Is dat een manier om de hogepriester te antwoorden?’ 23Jezus zei: ‘Als Ik iets verkeerds gezegd heb, zeg dan wat er verkeerd was, maar als het juist is wat Ik heb gezegd, waarom slaat u Me dan?’ 24Daarna stuurde Annas Hem geboeid naar Kajafas, de hogepriester.

25Simon Petrus stond zich intussen nog steeds te warmen. ‘Ben jij soms ook een leerling van Hem?’ vroegen ze. ‘Nee,’ ontkende Petrus, ‘ik niet.’ 26Maar een van de knechten van de hogepriester, een familielid van de man van wie Petrus het oor had afgeslagen, zei: ‘Maar ik heb toch gezien dat je in die tuin bij Hem was?’ 27Weer ontkende Petrus, en meteen kraaide er een haan.

Johannes 18:15-27NBV21Open in de Bijbel

Ook tijdens het verhoor bij Annas en later Kajafas houdt Jezus de controle. Eigenlijk is er zelfs geen sprake van een verhoor: Jezus antwoordt alleen dat de mensen die hem eerder hebben horen spreken maar moeten vertellen wat hij verkondigd heeft. Johannes plaatst twee situaties direct naast elkaar: Jezus, die binnen ondervraagd wordt door de Joodse leiders, en Petrus, die buiten gevraagd wordt naar zijn relatie tot Jezus. Hun reacties zijn precies tegenovergesteld. Jezus laat zich niet intimideren, zelfs niet door geweld. Petrus wordt al bang als een dienstmeisje hem aanspreekt. Dat is begrijpelijk: in die tijd werden vaak niet alleen de misdadigers gestraft, maar ook mensen die bij hen hoorden. Maar het is wel opvallend dat Petrus juist de leerling is die er eerder die avond alles voor overhad om Jezus te volgen (Johannes 13:37).

Hoeveel van Petrus herkent u in uzelf?

Opdracht

Stef Bos beeft een lied geschreven over Petrus: Vlees en bloed. Zoek dat lied eens op internet op. Wat vindt u van de tekst?

Nederlands-Vlaams Bijbelgenootschapv.4.26.9
Volg ons