Nederlands-Vlaams Bijbelgenootschap

Grote schoonmaak

Bijbeltekst(en)

Sefanja 1

1Dit zijn de woorden die de HEER richtte tot Sefanja, de zoon van Kusi, de zoon van Gedalja, de zoon van Amarja, de zoon van Hizkia, toen Josia, de zoon van Amon, in Juda regeerde.

De dag van de HEER

2Alles zal Ik van de aardbodem wegvagen – spreekt de HEER. 3Mens en dier zal Ik wegvagen. Ik zal de vogels aan de hemel wegvagen en de vissen in de zee, alles wat de zondaars ten val heeft gebracht. En Ik laat de mensen van de aardbodem verdwijnen – spreekt de HEER. 4Ik zal mijn hand naar Juda en de inwoners van Jeruzalem uitstrekken. Daar zal Ik de Baäls, de afgodendienaars en de priesters vernietigen. 5Ik zal wegvagen wie op het dak knielt voor het sterrenleger aan de hemel, wie knielt voor de HEER en trouw aan Hem zweert, maar tegelijk ook aan Milkom. 6Ik zal vernietigen wie de HEER de rug toekeert, Hem niet zoekt en Hem niet raadpleegt.

7Wees stil voor God, de HEER,

de dag van de HEER is nabij!

De HEER zal een offermaaltijd houden

en zijn genodigden heiligen.

8Op de dag van die maaltijd

zal Ik de leiders en de koningszonen straffen,

en al wie zich hult in uitheemse kledij.

9Op die dag zal Ik straffen wie over de drempel springt

en het huis van zijn heer vult met geweld en bedrog.

10Op die dag – spreekt de HEER –

klinkt er geschreeuw uit de Vispoort,

gehuil uit de nieuwe stad

en geraas uit de heuvels.

11Huil, bewoners van de Vijzelbuurt:

de handelaars zijn omgekomen,

de geldwegers zijn uitgeroeid.

12Dan doorzoek Ik Jeruzalem met lampen,

straf Ik hen die rusten als wijn op de droesem

en denken: De HEER doet geen goed en geen kwaad.

13Hun bezittingen worden buitgemaakt,

hun huizen verwoest.

Ze zullen huizen bouwen maar er niet in wonen,

wijngaarden planten maar de wijn niet drinken.

Sefanja 1:1-13NBV21Open in de Bijbel

We lezen uit het boek van de profeet Sefanja, dat slechts drie hoofdstukken telt. Sefanja leefde zo’n 650 jaar voor Christus. Op dat moment waren de Assyriërs het machtigste volk van het Nabije Oosten en ook het land Juda moest aan hen belasting betalen. In het land waren volop afgodsbeelden aanwezig. De toon van de profeet is verwijtend. Het centrale thema is de dag van de heer, een oordeelsdag waarop alles wat slecht is, zal worden uitgewist en de afgodsbeelden zullen worden vernietigd. Een dag waarop de heiligen zullen worden bevrijd.

Hoe stel jij je Gods grote schoonmaak van de wereld voor?

 

Nederlands-Vlaams Bijbelgenootschapv.4.23.1
Volg ons