Nederlands-Vlaams Bijbelgenootschap

1/8 Schepping

Bijbeltekst(en)

Genesis 1

2De aarde was woest en doods, duisternis lag over de oervloed, en over het water zweefde Gods geest.

Genesis 1:2NBV21Open in de Bijbel

Genesis 2

7Toen maakte de HEER God de mens. Hij vormde hem uit stof, uit aarde, en blies hem levensadem in de neus. Zo werd de mens een levend wezen.

Genesis 2:7NBV21Open in de Bijbel

Op het eerste gezicht denk je bij de schepping misschien vooral aan God de Vader. Hij schept hemel en aarde. Toch is de heilige Geest bij de schepping al aanwezig en aan het werk. Al in Genesis 1:2, als de aarde nog een saaie, levenloze bende is, lees je dat Gods geest (ruach) over het water zweeft. Het woordgebruik doet denken aan een vogel die rondvliegt om een plek te vinden waar hij een nest kan bouwen – net als de duif rondvliegt na de zondvloed (Gen. 8:8-12).

Volgens Genesis 2:7 maakt God de mens uit stof of klei. Daarna blaast God zijn adem in de neus van de mens. Dit is hetzelfde woord als in Genesis 1:2: ruach. God blaast dus zijn eigen Geest in de mens. Daardoor gaat de mens leven. Misschien kun je zeggen dat het verschil tussen de dieren en de mens is dat wij leven doordat God zijn Geest aan ons heeft gegeven.
Elk mens heeft de Geest van God in zich. Dat betekent dat God ons roept en een relatie wil met ons. Hij wil dat wij antwoorden en dat kunnen we ook, want we hebben de Geest van God gekregen. Een magneet trekt ijzer aan. Zo trekt Gods Geest ons aan en kunnen wij God liefhebben.

Wat betekent het voor jou dat je Gods Geest in je hebt?
Hoe zie jij het verschil tussen mens en dier?

Nederlands-Vlaams Bijbelgenootschapv.4.38.0
Volg ons