Nederlands-Vlaams Bijbelgenootschap

Draagtijd

Bijbeltekst(en)

1Broeders en zusters, wanneer u merkt dat een van u een misstap heeft begaan moet u, die door de Geest geleid wordt, hem zachtmoedig weer op het rechte pad brengen. Pas op dat u ook zelf niet tot misstappen wordt verleid. 2Draag elkaars lasten, zo brengt u de wet van Christus tot vervulling. 3Wie denkt dat hij iets is terwijl hij niets is, bedriegt zichzelf. 4Laat iedereen zijn eigen daden toetsen, dan heeft hij misschien iets om trots op te zijn, zonder zich er bij anderen op te laten voorstaan. 5Want ieder mens draagt zijn eigen verantwoordelijkheid.

6Wie onderwezen wordt in het evangelie, moet al het goede dat hij bezit met zijn leermeester delen. 7Vergis u niet, God laat niet met zich spotten: wat een mens zaait, zal hij ook oogsten. 8Wie zaait op de akker van zijn aardse natuur, zal verderf oogsten, maar wie zaait op de akker van de Geest, oogst eeuwig leven. 9Laten we daarom het goede doen, zonder op te geven, want als we niet verzwakken zullen we oogsten wanneer de tijd daarvoor gekomen is. 10Laten we dus, in de tijd die ons nog rest, voor iedereen het goede doen, vooral voor onze geloofsgenoten.

11U ziet het aan de grote letters: ik schrijf u nu eigenhandig. 12Degenen die u dwingen u te laten besnijden willen daarmee goede sier maken, alleen maar om te voorkomen dat ze worden vervolgd omwille van het kruis van Christus. 13Ze zijn voor de besnijdenis maar leven zelf niet volgens de wet; ze willen dat u zich laat besnijden om zich daarop te kunnen laten voorstaan. 14Maar ik – ik wil me op niets anders laten voorstaan dan op het kruis van onze Heer Jezus Christus, waardoor de wereld voor mij is gekruisigd en ik voor de wereld. 15Het doet er niet toe of iemand besneden is of niet, maar alleen of iemand een nieuwe schepping is. 16Moge er vrede en barmhartigheid zijn voor allen die bij deze maatstaf blijven, en voor het Israël van God. 17En laat voortaan niemand mij meer tegenwerken, want ik draag de littekens van Jezus in mijn lichaam.

18Broeders en zusters, de genade van onze Heer Jezus Christus zij met u. Amen.

Galaten 6:1-18NBV21Open in de Bijbel

Soms herken je aan het handschrift al van wie je een brief of kaart hebt ontvangen, nog voor je hebt gelezen wie de afzender is. Paulus liet zijn brieven opschrijven door een beroepsschrijver, terwijl híj dicteerde. Maar nu pakt Paulus zelf de pen op, zo belangrijk vindt hij datgene wat hij nog wil opschrijven:

‘Wij worden gered omdat onze Heer Jezus Christus voor ons aan het kruis gestorven is. Dat is het enige waarmee ik indruk wil maken’ (vers 14, BGT). Paulus wil aan het einde van zijn brief nog eens duidelijk herhalen wat hij zo belangrijk vindt: je hoeft je niet te laten besnijden om bij God te horen.

Als jij in een paar zinnen moest opschrijven wat jij heel belangrijk vindt, wat zou dat dan zijn? 

Dit was de laatste aflevering van het leesplan over Galaten. Wij zouden het erg waarderen als je ons laat weten wat je er van vond.
Wil je verder lezen? Misschien is dit wat voor je:

Nederlands-Vlaams Bijbelgenootschapv.4.21.9
Volg ons