Nederlands-Vlaams Bijbelgenootschap

Wie helpt de koning uit de droom?

Bijbeltekst(en)

Daniël 2

De droom van Nebukadnessar

1In het tweede jaar van zijn regering kreeg Nebukadnessar een droom, die hem zo verontrustte dat hij de slaap niet meer kon vatten. 2De koning gaf opdracht de magiërs, bezweerders, tovenaars en Chaldeeën bijeen te roepen om hem te vertellen waar zijn droom over ging. Toen ze voor de koning verschenen waren, 3zei hij tegen hen: ‘Ik heb een droom gehad die mij verontrust, daarom wil ik weten wat ik gedroomd heb.’ 4De Chaldeeën zeiden tegen de koning: ‘Majesteit, leef in eeuwigheid! Vertel uw dienaren uw droom, dan zullen wij hem verklaren.’ 5Toen zei de koning tegen de Chaldeeën: ‘Mijn besluit staat vast. Als u me niet vertelt wat ik heb gedroomd en wat die droom betekent, laat ik u in stukken hakken en uw huizen in puin leggen. 6Voldoet u aan mijn verzoek, dan zal ik u overladen met kostbare geschenken en eerbewijzen. Zeg me dus wat ik gedroomd heb en wat die droom betekent.’ 7Zij antwoordden nogmaals: ‘Laat de koning zijn droom aan zijn dienaren vertellen, dan zullen wij hem verklaren.’ 8Daarop zei de koning: ‘Ik heb wel door dat u tijd probeert te winnen, omdat u merkt dat mijn besluit vaststaat. 9Er is maar één oordeel over u mogelijk als u niet kunt vertellen wat ik heb gedroomd. U hebt afgesproken mij iets voor te liegen in de hoop dat de situatie verandert. Vertel me dus mijn droom, dan weet ik dat u die kunt verklaren.’ 10De Chaldeeën antwoordden de koning: ‘Er is geen mens ter wereld die aan het verzoek van de koning kan voldoen; daarom heeft geen koning, hoe groot en machtig ook, iets dergelijks ooit van een magiër, bezweerder of Chaldeeër gevraagd. 11Wat de koning vraagt is te moeilijk, niemand zal het de koning kunnen vertellen, behalve de goden, maar die verkeren niet onder de stervelingen.’ 12Hierop verloor de koning zijn geduld en hij gaf woedend het bevel alle wijzen van Babylonië ter dood te brengen.

Daniël 2:1-12NBV21Open in de Bijbel

Koning Nebukadnessar moet wel in paniek zijn geweest van die angstige droom, dat hij zo’n onredelijk verzoek aan zijn wijze mannen doet. Niemand kan toch een droom uitleggen als je niet eens weet wat de droom is?

Maar de koning blijft bij zijn vraag: vertel mij mijn droom en leg daarna de droom uit, dan weet ik zeker dat jullie niet tegen mij liegen.
Zijn adviseurs helpen hem uit de droom: ‘Er kan geen mens aan uw verzoek voldoen.’ Alleen de goden kunnen dat. Maar ze doen geen moeite om die goden te raadplegen, iets wat Daniël wel zal doen.

Welke waarde of regel vind je zo belangrijk dat je je daar altijd aan wilt houden, ook als het problemen kan opleveren?

Nederlands-Vlaams Bijbelgenootschapv.4.24.4
Volg ons