Nederlands-Vlaams Bijbelgenootschap

Laaiende woede

Bijbeltekst(en)

Daniël 3

13Nebukadnessar barstte in woede uit en beval Sadrach, Mesach en Abednego bij hem te brengen. Toen de mannen voor de koning waren geleid, 14voer Nebukadnessar uit: ‘Is het waar, Sadrach, Mesach en Abednego, dat jullie mijn goden niet vereren en niet willen neerknielen voor het gouden beeld dat ik heb opgericht? 15Luister goed, als jullie je bereid tonen om, zodra je de muziek van hoorn, panfluit, lier, luit, harp, dubbelfluit en andere instrumenten hoort, op je knieën te vallen en in aanbidding te buigen voor het beeld dat ik gemaakt heb ... Maar weigeren jullie te buigen, dan worden jullie onmiddellijk in een brandende oven gegooid. En welke god zal jullie dan uit mijn handen kunnen redden?’ 16Sadrach, Mesach en Abednego zeiden hierop tegen koning Nebukadnessar: ‘Wij vinden het niet nodig uw vraag te beantwoorden, 17want als de God die wij vereren in staat is ons te redden uit een brandende oven en uit uw handen, dan zal Hij ons redden. 18Zo niet, weet dan, majesteit, dat wij uw goden niet vereren, noch buigen voor het gouden beeld dat u hebt opgericht.’

19Nebukadnessar werd razend, en met een van woede vertrokken gezicht keek hij Sadrach, Mesach en Abednego aan. Hij gaf opdracht de oven zevenmaal heter op te stoken dan men gewoonlijk deed. 20En hij beval enkele van de sterkste mannen uit zijn leger om Sadrach, Mesach en Abednego te knevelen en in de brandende oven te gooien. 21De mannen werden gekneveld en met kleren en al, met jassen, broeken en mutsen, in de brandende oven gegooid. 22Omdat het bevel van de koning strikt was opgevolgd en de oven uitzonderlijk heet was gestookt, werden de mannen die Sadrach, Mesach en Abednego naar boven brachten door de uitslaande vlammen gedood. 23De drie, Sadrach, Mesach en Abednego, vielen gekneveld in de laaiende oven.

Daniël 3:13-23NBV21Open in de Bijbel

Woedend is de koning! De drie mannen weigeren zijn bevel op te volgen. Ooit als ballingen weggevoerd uit hun eigen land Juda, zijn ze nu bestuurders onder het bewind van Nebukadnessar (Daniël 2:49). Maar ze gehoorzamen de koning niet altijd. Eerder al weigerden ze het koninklijke voedsel (Daniel 1:8), nu willen ze niet knielen voor het beeld. Ook al staan ze onder de heerschappij van Nebukadnessar, ze blijven trouw aan God, boven alles. Zelfs na vreselijke dreigementen en zelfs als God hen niet zou redden (vers 18).

Is iemand wel eens boos op jou geweest omdat je vanwege je geloof ergens niet aan wilde meedoen? Hoe voelde dat?

 

Nederlands-Vlaams Bijbelgenootschapv.4.26.9
Volg ons