Nederlands-Vlaams Bijbelgenootschap

5 december - Jesaja 40:12-26

Bijbeltekst(en)

Jesaja 40

God is onvergelijkbaar

12Wie heeft de wateren met holle hand omvat,

de hemel met zijn hand gemeten?

Wie heeft het stof van de aarde met een maatbeker afgepast?

Wie heeft de bergen gewogen op een weegschaal,

de heuvels met balans en gewichten?

13Wie heeft de geest van de HEER gemeten?

Heeft iemand Hem ooit raad gegeven?

14Wie raadpleegt Hij, wie biedt Hem inzicht?

Wie leidt Hem op de paden van het recht?

Wie leidt Hem naar kennis?

Wie toont Hem de weg van het inzicht?

15In zijn ogen zijn de volken

als een druppel in een emmer,

als een stofje op een weegschaal;

de eilanden weegt Hij als zandkorrels.

16Zelfs de Libanon levert te weinig hout,

te weinig wild voor een brandoffer.

17De volken betekenen niets in zijn ogen,

voor Hem zijn ze minder dan niets.

18Met wie wil je God vergelijken,

waarmee is Hij gelijk te stellen?

19Met een godenbeeld misschien?

Dat is door een ambachtsman gemaakt,

door een edelsmid overtrokken

met goud en zilverbeslag.

20Met een beeld op een voetstuk?

Dat is maar een stuk hout dat niet vermolmt.

Iemand heeft het uitgekozen en een vakman gezocht

om een godenbeeld te maken dat niet omvalt.

21Weet je het niet? Heb je het niet gehoord?

Is het je niet van meet af aan verteld?

Is het niet al helder sinds de grondvesting van de wereld?

22Hij troont boven de schijf van de aarde

– haar bewoners zijn als sprinkhanen –,

Hij spreidt de hemel uit als een doek,

spant hem uit als een tent om in te wonen.

23Hij maakt vorsten nietig,

de leiders van de aarde onbeduidend:

24nauwelijks zijn ze geplant, nauwelijks gezaaid,

nauwelijks hebben ze wortel geschoten,

of Hij blaast over hen, en ze verdorren

en de stormwind neemt hen op als kaf.

25Met wie wil je Mij vergelijken, zegt de Heilige,

aan wie ben Ik gelijk te stellen?

26Kijk omhoog: wie heeft dit alles geschapen?

Hij laat het leger sterren voltallig uitrukken,

Hij roept ze bij hun naam, een voor een;

door zijn kracht en onmetelijke grootheid

ontbreekt er niet één.

Jesaja 40:12-26NBV21Open in de Bijbel
Nederlands-Vlaams Bijbelgenootschapv.4.26.9
Volg ons