Nederlands-Vlaams Bijbelgenootschap

8 maart - 1 Samuël 14:36-46

Bijbeltekst(en)

1 Samuel 14

36Later die avond zei Saul: ‘Laten we vannacht de Filistijnen achternagaan en ze belagen tot de morgen aanbreekt. Niet één zullen we er in leven laten.’ ‘Wat u maar wilt,’ zeiden de soldaten, maar de priester zei: ‘Laten we ons eerst tot God wenden.’ 37Saul raadpleegde God en vroeg: ‘Zal ik de Filistijnen achternagaan? Zult U ze aan Israël uitleveren?’ Maar deze keer gaf God geen antwoord. 38Toen zei Saul tegen de bevelhebbers: ‘Treed allemaal aan. Ga na wat voor zonde vandaag is begaan. 39Zo waar de HEER leeft, de redder van Israël, al is mijn eigen zoon Jonatan de schuldige, sterven zal hij!’ Maar niemand gaf antwoord. 40Toen zei hij tegen de Israëlieten: ‘Jullie gaan aan de ene kant staan, en ik en mijn zoon Jonatan aan de andere kant.’ ‘Zoals u wilt,’ zeiden de soldaten. 41En Saul vroeg de HEER: ‘God van Israël, breng de waarheid aan het licht!’ Jonatan en Saul werden aangewezen; de soldaten gingen vrijuit. 42Toen zei Saul: ‘Werp het lot tussen mij en mijn zoon Jonatan.’ En Jonatan werd aangewezen. 43‘Zeg op, wat heb je gedaan?’ vroeg Saul. Jonatan bekende dat hij met de punt van zijn stok wat honing had geproefd en zei: ‘Ik ben bereid te sterven.’ 44‘En sterven zul je, Jonatan,’ riep Saul uit, ‘anders mag God met mij doen wat Hij wil!’ 45Maar de soldaten protesteerden: ‘Moet Jonatan sterven, die voor Israël deze grote overwinning heeft behaald? Geen denken aan! Zo waar de HEER leeft, hem mag geen haar worden gekrenkt. Wat hij vandaag gedaan heeft, heeft hij bereikt met Gods hulp!’ Zo pleitten de soldaten Jonatan vrij, en hij werd niet ter dood gebracht. 46Saul staakte de achtervolging van de Filistijnen en de Filistijnen trokken zich terug op hun eigen grondgebied.

1 Samuel 14:36-46NBV21Open in de Bijbel
Nederlands-Vlaams Bijbelgenootschapv.4.39.0
Volg ons