Nederlands-Vlaams Bijbelgenootschap

2 juni - Exodus 35:10-26

Bijbeltekst(en)

Exodus 35

10Alle vaklieden moeten zich melden, om alles te maken waartoe de HEER opdracht heeft gegeven: 11de tabernakel met het bijbehorende dekkleed en alle haken, planken, dwarsbalken, palen en voetstukken, 12de ark met de draagbomen, de verzoeningsplaat en het voorhangsel, 13de tafel met de draagbomen, alle bijbehorende voorwerpen en het toonbrood, 14de kandelaar met de bijbehorende voorwerpen, de lampen en de lampolie, 15het reukofferaltaar met de draagbomen, de zalfolie, het geurige reukwerk en het gordijn dat de ingang van de tabernakel afschermt, 16het brandofferaltaar met het bronzen hekwerk, de draagbomen en alle bijbehorende voorwerpen, het wasbekken met het onderstel, 17de doeken voor de omheining, de palen, de voetstukken en het gordijn voor de ingang van de afgeschermde ruimte, 18de pinnen en touwen van de tabernakel en die van de omheining, 19en de ambtsgewaden voor de dienst in het heiligdom, de heilige kleding voor de priester Aäron en de kleding die zijn zonen moeten dragen wanneer zij als priester dienstdoen.’

20Hierop gingen de Israëlieten uiteen, 21en ieder die daartoe van harte bereid was, kwam bij Mozes terug met een geschenk voor de HEER als bijdrage voor de vervaardiging van de ontmoetingstent, de inrichting daarvan of de heilige kleding. 22Alle mannen en vrouwen die bereid waren de HEER iets van goud af te staan, kwamen sierspelden, neusringen, vingerringen, halssieraden en allerlei andere gouden voorwerpen brengen. 23Iedereen die in het bezit was van blauwpurperen, roodpurperen of karmozijnrode wol, fijn linnen garen, geitenhaar, roodgeverfde ramsvellen of zeekoevellen bracht dat ook. 24Anderen schonken de HEER zilver of koper, en weer anderen brachten het acaciahout dat ze hadden en dat voor tal van voorwerpen nodig was. 25Vrouwen die de kunst van het spinnen verstonden, sponnen eigenhandig blauwpurperen, roodpurperen en karmozijnrode wol en fijn linnen garen en stonden dat af. 26Andere vrouwen, die dat graag deden en er bedreven in waren, sponnen geitenhaar.

Exodus 35:10-26NBV21Open in de Bijbel
Nederlands-Vlaams Bijbelgenootschapv.4.39.0
Volg ons